Als het op auto-basiskennis aankomt laten veel mannen het afweten. Een recente enquête van bandenmaker Michelin toont aan dat 33% van de mensen niet weten hoe ze hun bandenspanning moeten weten.

Tijd om wakker te worden: zorg dat je weet hoe deze 5 dingen werken zodat je nog jaren van je geliefde motorvoertuig kunt genieten.

1. Ken je olie

Olie koelt, reinigt en smeert je motor; als je te lang wacht met de olie verversen kan je motor verontreinigd raken door vuil en afval, waardoor de levensduur nogal wordt ingekort.

Je hoeft niet heel veel kennis te hebben om er iets aan te kunnen doen, zegt Mike Calkins, manager technische dienst bij AAA. Allereerst: check de handleiding van je voertuig – ook wel “het minst-gelezen boek van de wereld” genoemd, grapt hij. Zo kom je erachter wat voor olie je auto nodig heeft.

De meeste nieuwe auto’s hebben synthetische en semi-synthetische oliën nodig. Je kunt zo’n 8000 – 16000 kilometer rijden voor je je olie hoeft te vervangen, in tegenstelling tot de olie in oudere auto’s, die al rond de 4800 kilometer moet worden vervangen, zegt Calkin.

Als je meer dan 16000 kilometer hebt gereden na je laatste olie-switch, ga dan naar de winkel. Of, als je een ingebouwde oliemeter hebt, maak dan een afspraak als je de 10% aantikt, zegt Calkins.

2. Check je bandenspanning

Banden die te hard opgeblazen zijn, kunnen je auto’s grip op de weg in het geding brengen. Maar als je banden niet genoeg lucht hebben, slijten ze sneller waardoor je minder goed kunt remmen, zegt Calkins.

De meeste auto’s hebben ergens aan de deurpost van de bestuurder een sticker die aangeeft hoeveel bandenspanning je nodig hebt. Als je geen sticker kunt vinden, check dan de binnenkant van je tankklep of de handleiding van je auto, zegt Calkins. De meeste banden zitten tussen 28 en 35 bandenspanning.

Check je bandenspanning niet met de ingebouwde meters op tankstations, die zijn waarschijnlijk al een paar duizend keer gebruikt en niet precies genoeg, adviseert Calkins. In plaats daarvan koop je een elektronische bandenspanningsmeter bij een autowinkel of online. Ze zijn niet al te duur (tussen de €8,- tot hoe duur je het zelf wilt maken).

Eens per maand verwijder je de doppen van je banden en gebruik je de meter om ’s morgens je bandenspanning te checken (je banden koelen af wanneer ze een nacht stilstaan, waardoor de luchtdruk op zijn laagst is).

Als je lucht moet toevoegen, heb je een paar opties: Je kunt naar het dichtstbijzijnde tankstation rijden en daar je banden oppompen, of je kunt een pomp kopen bij een autowinkel of ijzerhandel. Je fietspomp gaat niet werken.

Druk het mondstuk van je pomp stevig in de klep van je band terwijl je de hendel indrukt om de lucht in te blazen. Als je hoort dat er veel lucht uitloopt, beweeg het mondstuk dan tot je voelt dat ‘ie strakker zit. Na 3 seconden neem je een pauze om de bandenspanning weer op te nemen.

Als je je banden te hard hebt opgepompt, houdt de manometer dan deels op het ventiel om wat lucht te laten ontsnappen. Je hoort het vanzelf.

3. Maak je ruitenwissers schoon

Als je ruitenwissers doffe, wazige strepen en viezigheid op je voorruit achterlaten, is dat een gevaar voor je veiligheid, zegt Calkins. Maar je hebt niet per se een nieuw stel wissers nodig.

In plaats daarvan: doe wat ruitenwisservloeistof op een schone doek en veeg je ruitenwissers af, adviseert hij. “Daardoor verwijder je viezigheid en ander vuil, of zelfs de wax van de wasserette.

Als dit niet helpt, is het tijd om je ruitenwissers te vervangen.

Als je geen ruitensproeiervloeistof hebt, kun je wat kopen bij het tankstation, een autowinkel of ijzerhandel. Vaak kost een fles maar een paar euro. Calkins raadt geen specifiek merk aan, maar wel zegt hij dat je het beste kunt zoeken naar een vloeistof die je ook kunt gebruiken wanneer het vriest, en insecten kan weghalen in de zomer.

Check je vloeistof eens per maand om zeker te weten dat je nooit zonder komt te zitten. De tank waar de vloeistof in zit, bevindt zich onder de motorkap.

4. Check je remvloeistof

Gouden regel: elke keer dat je je olie ververst, open je je motorkap en check je het transparante reservoir waar je auto’s remvloeistof in zit – de hydraulische vloeistof waardoor je remmen goed werken. Het reservoir zit aan de bestuurderskant van de auto.

Zoek de ‘min’ en ‘max’-strepen op de remvloeistoftank, zegt Calkins. “Zolang je remvloeistof tussen die lijnen zit, zit je goed.”

Als je te weinig remvloeistof hebt, namelijk heel dichtbij of onder de minimumlijn, zijn je remblokken versleten. Remblokken gaan tussen de 32000 en 96000 kilometer mee. Ook kan er een lek zitten in het hydraulisch systeem van je remmen. Hoe dan ook: breng je auto direct naar de garage.

5. Check je koelvloeistof

Wanneer je je remvloeistof controleert, moet je ook je koelvloeistof inspecteren – dat is de vloeistof die ervoor zorgt dat je motor niet oververhit raakt of bevriest. Lees de handleiding van je auto om het koelvloeistofreservoir onder je motorkap te vinden.

Als je motor koud is, zou koelvloeistofpeil bij of net boven het ‘koel’-reken op de tank moeten zijn, zegt Calkins. In dat geval hoef je geen koelvloeistof toe te voegen. Het gaat omhoog wanneer je motor warm wordt,” zegt hij. Maar als je onder het ‘koel’-teken zit, moet je koelvloeistof toevoegen. Je kunt een pro betalen om dit voor je te doen, of je kunt het zelf afhandelen.

Zorg dat je de voorgemengde versie (met water) koopt die in de handleiding van je auto staat; prijzen variëren, maar je zult jouw type koelvloeistof makkelijk kunnen vinden bij autowinkels of de ijzerhandel. Giet de koelvloeistof langzaam door een trechter in het koelvloeistofreservoir, tot het gevuld is tot een punt net boven de ‘koel’-lijn. Het goede nieuws: de meeste auto’s hebben maar eens in de 2 tot 3 jaar nieuwe koelvloeistof nodig.