Het grote CrossFit-woordenboek
Je doet mee aan de CrossFit Open 2018? Dan is het misschien handig om dit even te lezen.
Algemene termen:
BOX: De gym/ruimte waarin Crossfit wordt beoefend
Barbell: zo heet de stang waaraan gewichten hangen waarmee je gaat liften
Buy in: één voorwaarde, je mag pas aan de workout beginnen nadat je deze opdracht hebt voltooid (bijv 20 burpees, 400m run etc.)
Buy out: voorwaarde, voordat je workout afgerond is, moet je deze opdracht voltooien (bijv 100 double unders)
CFT: crossfit total - benchmark workout
W-up: crossfit warming up - de warming up binnen crossfit
Gym: gymnastics
OLY: Olympic Weightlifting
DNF: did not finish - je kon de workout niet afmaken binnen de tijd
DNS: did not start - je kon de workout niet starten wegens welke reden dan ook (ook: Missing in Action/ AWOL absent without leave)
GPP: general physical preparedness - algemene fysieke paraatheid
No-Rep: als een oefening niet volgens de van te voren bekende beweging-standaard wordt uitgevoerd, dan is dit een no-rep
PR: personal record - persoonlijk record (ook: PB, personal best)
REP: repetition - herhaling
1RM: repetition max - maximaal gewicht op één herhaling dat je kan liften
RX: as prescribed - zoals voorgeschreven, je hebt de workout precies gedaan zoals beschreven of aangegeven
SET: aantal herhalingen
WOD: workout of the day - workout van de dag
FUBAR: f-ed up beyond all recognition- Ik was FUBAR na die workout
DB: Dumbbell
KB: Kettlebell
21-15-9: Specifiek rep schema voor workouts
Benchmark wod’s: workouts die regelmatig terugkeren om vooruitgang meetbaar te maken. Zoals o.a. Cindy: 5 Pull-ups, 10 Push-ups en 15 Squats - zoveel rondes mogelijk binnen 20 minuten.
Verschillende formats van workouts:
AMRAP: As Many Rounds As Possible - workout format waarbij het doel is zoveel mogelijk herhalingen (rondes) binnen de tijd te behalen
EMOM: every minute on the minute: workout format waarbij je binnen een minuut een oefening of meerdere oefeningen moet afronden, vaak heb je de resterende tijd binnen de minuut rust
AFAP: as fast as possible - de workout in zo'n kort mogelijke tijd afronden
CHIPPER: een workout met meer dan vier verschillende oefeningen
METCON: metabolic condition - intensieve workout op conditie
RFT: rounds for time - een aantal oefeningen die je zo snel mogelijk moet uitvoeren op tijd
TABATA: hele intensieve workoutformat van 20 seconden werk en 10 seconden rust voor een gegeven aantal sets en oefeningen
Verschillende manieren om oefeningen uit te voeren:
BW: bodyweight - het gewicht voor de oefening is hetzelfde als je lichaamsgewicht
A2G squats: ass to the grass - een squat zo diep mogelijk uitvoeren
C2B pullups: chest to bar - de oefening moet met je borst tot de bar worden uitgevoerd
OH: overhead - boven het hoofd
Hang position: positie iets boven knie-hoogte
Hi-hang position: positie net onder heup-hoogte
TNG: touch and go - hierbij doe je een aantal barbell-herhalingen na elkaar zonder dat je het gewicht de grond laat raken
Full: inclusief squat (bijv. full snatch)
Pause: oefening wordt gepauzeerd op een bepaalde positie
Tempo: oefening wordt met een bepaald tempo uitgevoerd
Strict: beweging moet strict (zonder kipping heupbeweging) worden uitgevoerd
De oefeningen:
PU: pull-up or push-up
SQ: squat
BS: back squat
FS: frontsquat - squat met het gewicht voor het lichaam
OHS: overhead squat
Pistol: one-legged squat
BP: bench press - bankdrukken
BS: back squat - squat met barbell in je nek
C2: concept to rowing machine - de roeimachine
Assault Bike: de fiets van satan
Ski-erg: ski ergometer
Clean & Jerk - Olympic Weightlifting oefening waarbij de barbell van grond naar de schouders en naar de overhead positie wordt gebracht
Snatch: Olympic weightlifting oefening waarbij het gewicht vanaf de grond in één vloeiende beweging naar overhead positie wordt gebracht.
DL: deadlift
DU: double unders - tijdens touwtje springen het touw twee keer onder je voeten door laten gaan in één sprong
Triple-Unders: per sprong gaat het springtouw drie keer onder je voeten langs
GHD: Glute Ham Developer - toestel specifiek bedoeld om de achterkant van de benen te trainen, maar waarbij je ook GHD sit-ups en bijv back/hip extensions kunt maken
HSPU: handstand pushup - pushup in handstand positie
KBS: Kettlebell Swing
AKBS: American kettlebell swings- kettlebell swing tot overhead
RKBS: Russian Kettlebell swings- kettlebell swing tot ooghoogte
TGU: Turkish Get-Up
TTB: toes to bar - hangend aan de bar breng je je voeten helemaal tot boven je hoofd
KTE: knee to elbows - gymnastische beweging waarbij je hangend aan een pull-up stang vanuit volledig uitgestrekte positie met je knieën je ellebogen moet aantikken
Kipping: variatie op de pull-up beweging waarbij je een schommelende beweging maakt met als doel snellere pullups en groter volume
MU: muscle up - gymnastische oefening, pull en push beweging
OHS: overhead squat - squat met een gewicht boven je hoofd
PP: push press - een gewicht van je schouders tot boven je hoofd tillen
RKBS: Russian kettlebell swings
RC: rope climb - touwklimmen
RD: ring dip
SDHP: sumo deadlift high pull - een soort deadlift, maar hier trek je het gewicht explosief door tot sleutelbeen hoogte
WBS: wall balls - met een zware bal in je handen maak je een squat en vervolgens gooi je, terwijl je opstaat, de bal hoog tegen de muur.
WL: walking lunge - met één voet stap je naar voren en buig je je benen totdat je achterste knie de grond raakt. Herhaal met andere voet, zodat je loopt.