Waarom je hongergevoel nooit lijkt te verdwijnen
Je had toch nét gegeten?
© Getty Images

Je hebt je ontbijt nog maar net achter de kiezen, maar het lijkt wel alsof dat kommetje havermout je maag nooit bereikt heeft. En zo sta je twee uur later weer in je voorraadkast te speuren naar iets lekkers. Hoe komt dat toch?
Honger heeft – naast je een ongemakkelijk gevoel geven – een belangrijk doel: zorgen dat je je lichaam van brandstof voorziet. Het jammere is alleen dat we, in tegenstelling tot onze in grotten wonende voorouders, geen reminder meer nodig hebben om op zoek te gaan naar eten. We zijn de hele dag omringd met voedsel, wat in combinatie met constante hongergevoelens niet bepaald ideaal is.
Van nature betekent honger dat je maag leeg is. In een wereld waar voedsel voortdurend in zicht (en binnen handbereik) is, duiken hongergevoelens echter constant op - terwijl dat in feite nergens voor nodig is. Lekker is dat.
Hongerhormonen
Eten uit de maag komt in de darmen terecht, waar het door het Migrerend Motor Complex (MMC) wordt vervoerd en verwerkt. Dit proces duurt ongeveer 130 minuten en eindigt met een hormoon genaamd motiline. Dit stofje zorgt ervoor dat de maag gaat knorren en dient als signaal dat je toe bent aan de volgende maaltijd. Tegelijkertijd speelt ook het hongerhormoon ghreline op. Dit stofje activeert neuronen die onze hersenen informeren dat je weer aan eten toe bent. Klinkt allemaal best logisch, toch? Alleen zoek je nu waarschijnlijk nog een verklaring voor het feit dat je ALTIJD honger hebt.
De oorzaak daarvan zit tien centimeter verwijderd van de plek waar het eten naar binnen gaat. De hersenen (ja, die bedoelden we) kennen twee soorten honger: homeostatisch en hedonistisch. De eerste creëert, als de maag leeg is, een natuurlijk hongergevoel, zodat je op zoek gaat naar eten. Hedonistische hongergevoelens ontstaan daarentegen juist na het zien van voedsel waar we eerdere positieve ervaringen mee hebben gehad. Nu zit het van nature zo dat de hersenen ons het liefst zo vaak en zo veel mogelijk willen voeden, aangezien dit vroeger de overlevingskansen kon vergroten. Vroeger inderdaad - nu baal je er juist van dat je voortdurend honger hebt als je eten ziet.
Honger is dus niet altijd gekoppeld aan hoeveel je hebt gegeten. Soms is het ook een kwestie van wat je om je heen hebt staan, wat anderen eten of wat je op reclames voorbij ziet komen. Maar uiteraard spelen er ook andere factoren mee. Zo verstoort slaaptekort de werking van ghreline en leptine, waardoor je een onverzadigbaar hongergevoel blijft houden omdat je hersenen niet het signaal ontvangen dat je vol zit. Op dagen dat je niet kunt stoppen met eten (of denken aan eten) is het daarom goed om je uren slaap in acht te nemen.
FacebookInstagram