Zo voelt het om mee te doen aan 'World's Fittest CrossFit Fan'
1 evenement, 6 wijze lessen.
© Getty Images - TheCrimsonMonkey

“Ben je hier voor de CrossFit?” vroeg mijn chauffeur met een heftig Russisch accent, terwijl we vanaf mijn AirBnB richting het Alliant Energy Center in Madison in Wisconsin reden. “Ja, klopt,” zei ik met een nog ietwat wazig hoofd na mijn nachtelijke vlucht. “Doe je mee?” vroeg hij.
Eerst wist ik nog niet hoe ik op deze vraag moest reageren. Technisch gesproken ben ik namelijk geen Games-atleet maar een journalist. De komende vier dagen, streed ik echter tegen 18.000 toeschouwers voor de felbegeerde titel ‘Fittest Fan on Earth’.
Bij deze CrossFit Fittest Fan-competitie krijgt je dagelijks een nieuwe workout, die doorgaans een variant is op de CrossFit Teen-competitie. Iedereen mag meedoen en de beste tijden worden de volgende ochtend geplaatst. Na anderhalf jaar CrossFitten, wilde ik weleens weten waar ik stond. Als ik geluk heb, komen mijn favoriete oefeningen zoals pull-ups, handstand push-ups en pistol squats voorbij – in dat geval kan ik nog best aardig eindigen. Zelfs als het neerkomt op Olympische lifts, maak ik nog steeds kans. Althans, zo dacht ik. Dit is wat ik leerde na vier dagen meedoen.
1. Strakke pull-ups en squatten tijdens burpees
Wanneer ik op het evenement arriveer, staat er al een flinke rij mensen die hopen op een plekje. Een metalen hek scheidt ons van de trainingslocatie waar 9 gewichthefplatforms en 20 banen met Assault Bikes klaarstaan voor de WOD die komen gaat.
Op het bord zie ik het volgende staan: Fietsen, burpee box jumpover en cleans met een zandzak van 68 kilo.
Een vrijwilliger vertelt me dat alle plekken al vol zitten, maar dat er rond 17.30 mogelijk weer opties zijn. Tot die tijd heb ik gelukkig nog genoeg te doen, dus ik loop rustig naar de booth van 5.11, het bedrijf dat de gewichtsvesten maakt. Hier heb ik een interview met Willem Driessen, verantwoordelijk voor de marketing binnen het bedrijf. Bij aankomst zie ik twee installaties met een mat en een pull-up-stang. Op een bordje staat de tekst “3 minuten Amrap – 3 burpees, 6 pull-ups, 9 air squats.” Willem is verkouden en heeft een nare voetblessure; toch laat hij zich niet tegenhouden om samen een WOD te doen.
Zodra de tijd begint te lopen, knal ik letterlijk als een beest door de eerste twee rondes. Pas bij de derde begin ik te merken dat het gewichtsvest van 20 pond (9 kilo) daadwerkelijk invloed heeft.
Op dat moment kan ik niet eens zeggen of het vest mijn ademhaling verziekt, of dat ik zelf mijn ademhaling verpest tijdens de burpees. Ik snak letterlijk naar lucht terwijl ik van de judge hoor roepen dat we halverwege zijn, en krijg het inmiddels niet meer voor elkaar om de reeks pull-ups af te maken zonder tussendoor te rusten. Terwijl ik daar hang, zie ik drie mannen mij aanstaren met hun armen over elkaar gevouwen. ‘Dit zijn de CrossFit games,’ denk ik bij mezelf. ‘Kom op, doorgaan!’.
Ik kip voor de laatste keer naar boven en mijn kin komt amper nog boven de stang uit. Daarna ga ik door met de squats terwijl ik wankel op mijn benen sta. Tijdens de burpees rust ik nog een halve seconde op de grond, en terwijl ik weer hijgend aan de stang hang, roept de jugde dat de tijd om is – eindelijk!
Na 5 loodzware rondes en 3 reps heb ik Willem verslagen. Terwijl ik 10 minuten later nog steeds sta te hijgen, loop ik in m’n hoofd nogmaals door de workout. Mijn conclusie is dat ik de pull-ups nog strakker had moeten uitvoeren. De stang bewoog namelijk behoorlijk tijdens mijn kips. Als ik mijn core en bilspieren iets beter had aangespannen, had ik minder energie verspild tijdens het heen en weer slingeren. Ook had ik mijn voeten verder uit elkaar moeten zetten bij het afronden van de burpees – dit maakt opstaan veel makkelijker en sneller. Volgende keer beter.
2. Laat de stang nooit op je schouders rusten
De volgende dag doet alles zeer. De workout van drie minuten tezamen met 8 uur lang rondwandelen, heeft mij de das omgedaan. Mijn bovenbenen en schouders pijnigen me terwijl ik weer richting de trainingslocatie loop om me in te schrijven. Even verderop stuit ik op een groep tienermeisjes die net gaan beginnen met een workout genaamd Bar Fight. De reeks bestaat uit 50 chest-to-bar pull-ups, 40 toes-to-bars en 30 clean and jerks met 65 kg – wat meer is dan de meesten überhaupt wegen.
Ik kijk vol bewondering toe hoe de dames door de pull-ups en toes-to-bar sets heen knallen. Wanneer ze echter bij de clean and jerks arriveren, is het duidelijk dat al het hangen de kracht in hun handen geen deugd heeft gedaan. Na de clean stuwen de sterkste atleten de stang boven hun hoofd in plaats van het gewicht op hun schouders te laten rusten. Deze strategie haalt alle momentum uit hun benen, maar is mentaal en fysiek wel ingewikkelder. Zelf hoop ik ook deze techniek toe te kunnen passen bij de Fittest Fan-workout: 24 clean and jerks (12 aan het begin en 12 aan het eind) met tussendoor 2 rondes van 15 toes-toe-bar en 12 chest-to-bars. Even voor de duidelijkheid: mijn stang weegt trouwens 14 kg minder dan die van hun.
3. Butterfly je chest-to-bars en schop harder bij de toes-to-bars.
Ik voel dat ik bij ronde zes van de clean and jerks al op het randje zit van flauwvallen. Het liefst wil ik de barbell neerleggen zodat mijn hartslag een beetje kan dalen, maar omdat de mannen om mij heen niet stoppen, doe ik dat ook niet. Ik ga telkens door tot de tiende herhaling, rust eventjes uit en maak de laatste twee af. Vervolgens strompel ik naar het pull-up-rek, waar ik de toes-to-bars en de chest-to-bars in twee sets wil doen – helaas laat ik mezelf al na een paar karige reps weer vallen.
Terwijl ik op de grond op adem probeer te komen, roept een vrijwilliger teksten als “Kom op!” terwijl ze een fanatiek fist pump-gebaar maakt. “Voor je het weet is het weer voorbij!”.
Met nog 12 clean en jerks te gaan, lijkt dat onmogelijk, maar ik glimlach en ga door met mijn oefeningen. Op het moment dat ik weer bij m’n barbell ben, is de man naast me al klaar. Ik maak zes herhalingen in sets van twee, maar schakel vrij snel over naar singles. Iedere keer dat de stang omhoog komt, laat ik het gewicht eerst weer op mijn schouders rusten – wat natuurlijk weinig efficiënt is. De laatste vier reps duren hierdoor net zo lang als de eerste 12. Mijn eindtijd is 6:37, terwijl de snelste tijd van mijn groep 5:20 is. De snelste tijd van de dag is afkomstig van een Regionals-atleet die het net niet tot de Games haalde. Hij was al klaar na drie minuten en 18 seconden – wauw!
Terwijl ik het strijdveld verlaat ben ik teleurgesteld in mijn clean and jerks, maar ik neem mezelf voor dat ik me thuis ga storten op de butterfly-techniek. Dit zal mijn chest-to-bars makkelijker maken, waardoor ik meer kracht overhoud voor de clean and jerks. Ook realiseer ik me dat mijn toes-to-bars niet erg efficient zijn. In plaats van mijn benen recht te houden, zoals een L-sit, kan ik ze beter een klein beetje buigen tot het allerlaatste moment, wanneer je de tegen de bar schopt. Dit scheelt je heupflexoren heel wat extra belasting.
4. Soepele enkels zijn een vereiste voor pistol squats
Op dag drie is de pijn in mijn bovenbenen en schouders uitgestraald naar mijn rugspieren, voeten en kuiten. Toch heb ik bijzonder veel zin in de WOD. Ik heb hiervoor een nieuwe strategie bedacht: de andere atleten negeren en mijn eigen tempo aanhouden. Maar voordat ik me op die uitdaging kan storten, moet ik eerst nog een workout doen met de mannen van Second Skin, een sportief kledingmerk.
Mijn CrossFit-hoogtepunt bij mijn eigen gym, was toen ik ooit een pistol squat deed terwijl ik bovenop een kettelbel stond en een barbell boven mijn hoofd hield. Om de pistol squat te leren, heb ik destijds veel geoefend om hiermee genoeg enkelmobiliteit te ontwikkelen.
Toen ik eenmaal mijn pistol squat op de grond onder de knie had, besloot ik het met een kettlebell tegen mijn borst te doen – wat na veel trainen uiteindelijk een overhead werd. Toen dit eenmaal gelukt was, ging ik nog een stap verder door deze pistol squat op een andere kettlebell te doen. Ik nam een grote hap lucht, plaatste mijn voet op het handvat en stond op. Na een beetje wiebelen, ben ik weer in balans, waarna ik de squat kan maken. Het wiebeligste deel is altijd halverwege, maar wanneer ik dat punt voorbij bent, weet ik dat het gelukt is. “Netjes, man,” zegt een van de atleten. “Mooie move!”.
5. Zoek één vast tempo
Ik ben nog steeds opgewonden wanneer ik bij het trainingsveld kom en daar de WOD aantref: 100 pull-ups, 100 push-ups, 100 sit-ups, en 100 air squats. Zonder een gewichtsvest zijn deze oefeningen mij zo bekend, dat ik geen moeite zal hebben om één tempo vast te houden. Zelfs als ik het totaal onderschat, kan ik nog binnen 16 minuten eindigen – wat 4 minuten minder is dan de time cap van 20 minuten.
Ik stel mezelf voor aan Erik, de man waarmee ik het pull-up-rek deel. Hij ziet eruit als een ware Games-atleet en blijkt tweede te zijn geworden bij de regionals in zijn thuisland, Slowakije. Ik neem me nogmaals voor dat ik me vooral niet op moet laten jutten door Erik. Maar zodra ik Erik butterfly-pull-ups zie doen, probeer ik mezelf hetzelfde aan te leren. Niet alleen faal ik keihard, ook ben ik ik bij de vierde set van 10 al compleet gesloopt.
Ik besluit door te gaan met sets van 8 en daarna zelfs sets van 5. Gelukkig weet ik dat ik met gemak sets van 20 push-ups kan maken, waarmee ik aardig wat tijd kan inhalen. Ik stel me voorzichtig in op 15 herhalingen maar zak al snel af naar 10, 7 en daarna zelfs 3. Wanneer ik aan de sit-ups begin, is mijn plan om flink door te beuken. Het enige probleem is dat ik toentertijd nog nooit 100 sit-ups achter elkaar had gedaan. Toch wilde ik het zeker proberen aangezien ik al 11 minuten op de klok zag staan en niet capped wilden worden. Langzaam maar zeker kom ik bij de air squats. Tot nu toe heb ik bij iedere oefening onder de maat gepresteerd en ik heb geen hoop meer om binnen mijn gestelde tijd te finishen.
6) De zwaarste workout is niet per se je afslachting
Mijn bovenbenen waren compleet vermoeid na de eerste 30 herhalingen en mijn heupflexoren begonnen aardig uitgerekt te worden na nummer 45. In een zekere zin is dit mijn zwaarste workout ooit, omdat ik – in tegenstelling tot bij de clean and jerks – weet dat ik fysiek in staat ben on te finishen. Ik mag mezelf alleen niet toestaan om te stoppen, dus ik ga door naar 66, en daarna naar 75.
Wanneer ik de 80 aantik, zet ik een tandje bij. M’n benen staan in vuur en vlam, maar ik ga hoe dan ook finishen. Na de honderdste squat ga ik zitten om op adem te komen. Ik voel niet eens de drang om over te geven, of een zweetengel te maken op de grond. Voor de eerste keer bij de CrossFit Games heb ik iets betekenisvols gedaan. Ironisch genoeg was het niet tijdens de oefeningen met een gewichtsvest, of tijdens de Olympische lifts; maar bij de sit-ups en air squats. Ik had hiermee iets bereikt wat ik nooit voor mogelijk had gehouden en voelde me hiermee meer verbonden met de CrossFit-atleten dan ooit tevoren.
Het was alsof we iets gemeen hadden. Namelijk: dat we allemaal ons best doen om bij te blijven met de man naast ons, de ‘Fittest Man on Earth’. Uiteindelijk zullen we allemaal falen, maar ondertussen is het doel om zo goed mogelijk te presteren. Op mijn eigen beperkte manier, was dat gelukt en dat voelt verdomde goed. Volgende keer ben ik er gewoon weer bij.