“Cliché, maar waar: als ik het kan, kunnen jullie het zeker”
Een beach body kweken is al moeilijk genoeg, daar kun je geen abnormale uitputting, traag herstel of grieperig gevoel bij gebruiken – Joël heeft alle vier.
Joël van ’t Veer kampt met een combinatie van myalgische encefalomyelitis en het chronischevermoeidheidssyndroom (ME/CVS). Dat brengt de nodige ongemakken met zich mee, en chronische vermoeidheid is daar slechts één van. Tel er hevige spier- en gewrichtspijn, slaapproblemen, maag- en darmklachten en een regelmatig terugkerende malaise bij op en het is een godswonder dat de 27-jarige Capellenaar überhaupt uit bed komt. Nee, deze aandoening is bepaald niet makkelijk om mee te leven. Of je dat aan hem kunt zien? Absoluut niet. In tegendeel: de kans is groot dat Joël fitter is dan menig ijzervreter uit jouw sportschool. Aan Men’s Health vertelt hij zijn bijzondere verhaal – van de periode dat hij niets anders deed dan thuiszitten tot het moment waarop hij zijn ultieme doel bereikte: een plek op onze website.
We beginnen even bij het begin. Wat is jouw verhaal in een notendop?
“Eind 2009 heb ik pfeiffer gehad. Omdat de huisarts in eerste instantie dacht dat het bronchitis was, gaf hij me penicilline. Daar bleek ik allergisch voor. Het gevolg: een hele heftige infectie. Dat was het begin van mijn ME/CVS, wat in combinatie met de pfeiffer ook mijn immuunsysteem heeft aangetast.”
Wat houdt dat precies in?
“Veel mensen denken dat het puur chronische vermoeidheid is waar je mee te maken hebt, maar de gevolgen reiken veel verder dan dat. Het vervelende is dat het na een mentale of fysieke inspanning ontzettend lang duurt voordat je energiereserves zijn aangevuld. Je herstelt heel langzaam, waardoor zelfs de simpelste activiteit ervoor kan zorgen dat je je dagenlang grieperig voelt. Plannen is dus lastig, omdat je van tevoren nooit precies weet hoe je je zult voelen.”
Hoe heeft deze aandoening je leven beïnvloed?
“Het heeft er allereerst toe geleid dat ik moest stoppen met mijn sportopleiding (CIOS). Op een gegeven moment gingen ook alledaagse bezigheden als boodschappen doen niet meer, en housewarmings en verjaardagen waren al helemaal niet te doen. Na verloop van tijd raakte ik in een isolement en lag ik alleen nog maar op de bank. Ik had nergens meer zin in. Wel bleef ik hetzelfde eten als toen ik nog behoorlijk actief was, waardoor ik steeds dikker werd.”
Wat was voor jou het moment waarop je dacht: en nu moet het roer om?
“Ik weet nog dat ik naar oude vakantiefoto’s zat te kijken, vervolgens in de spiegel keek en totaal niet meer tevreden was. Zeker omdat ik altijd gewend ben geweest om er fysiek goed uit te zien – het gevolg van een voorliefde voor watersporten als golf- en kitesurfen, wake- en longboarden en suppen. Lang verhaal kort: ik wilde mijn oude lichaam terug. Ik begon helemaal bij af, liep 100 m de deur uit en weer terug. Dat bouwde ik steeds verder op, tot wandelen op een gegeven moment overging in hardlopen. Toen ik op 10 km zat, ben ik opnieuw doelen gaan stellen voor mezelf. Nu mijn conditie weer op peil was, wilde ik sterker worden. Ik trainde thuis, met mijn eigen lichaamsgewicht. Ik heb zelfs nog nooit een sportschool van binnen gezien. Later kocht ik er dumbbells en een optrekstang bij.”
Waar let je op met eten?
“Mijn eetpatroon lijkt deels op dat van de standaard sporter, en deels juist niet. Ik eet bijvoorbeeld veel pindakaas, havermout, noten, rijst, pasta en groenten, maar moet oppassen met zuivelproducten en vlees. Daar reageert mijn lichaam sterk op. Een avondje barbecueën zit er in de zomer dus niet altijd in. Ook qua alcoholconsumptie en suiker moet ik vanzelfsprekend niet uit de bocht vliegen. Verder drink ik geen eiwitshakes, aangezien ik maar één nier heb en mijn arts me dat heeft afgeraden.”
Hoe houd je je huidige levensstijl vol?
“In mijn omgeving krijg ik veel met onbegrip te maken. Mijn klachten zijn aan de buitenkant lastig te zien. Hoe veel moeite het kost om ergens heen te gaan of dat ik soms dagenlang moet bijkomen, krijgen veel mensen dan ook niet mee. Daarnaast wordt me vaak gevraagd hoe ik zo veel kan sporten, terwijl ik altijd moe ben. Maar zo werkt het niet. Ik heb gemerkt dat lichaam en geest sterk met elkaar in verbinding staan. Ik probeer mijn lichaam daarom zo gezond mogelijk te houden, zodat ik me mentaal goed voel en vice versa. Plus: zo weet ik van mezelf weet dat ik er alles aan heb gedaan om mijn ziekte de baas te blijven. Het belangrijkste is dat ik een goede balans bewaar, in alles in mijn leven. Gelukkig heb ik een arts die me daarbij helpt.”
Waar werk je op dit moment naartoe?
“Ik ben onlangs vader geworden en wil het ouderschap graag combineren met een fit lijf. Een voorbeeld heb ik niet echt, wat tevens de reden is dat ik graag mijn verhaal wilde vertellen. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die in dezelfde situatie zit en hoop lotgenoten te motiveren niet bij de pakken neer te gaan zitten.”
Heb je een tip voor andere MH-lezers die graag fit willen worden?
“Doe iets wat je leuk vindt en stel haalbare doelen. Dat motiveert – verplicht naar de sportschool moeten gaan en onrealistische verwachtingen hebben niet. Zoek daarnaast naar een goede balans, dan houd je het het langst vol. Elke dag rijst koken is namelijk niet voor iedereen weggelegd. Wel vind ik dat je op een gegeven moment tevreden met jezelf moet kunnen zijn. En het klinkt cliché, maar is daarom niet minder waar: als ik het kan, kunnen jullie het zeker.”