Zo word je een betere vader voor je kind

Waarom een strenge, mannelijke opvoeding niet goed is.

© Getty Images

dad.jpg

De eerste waarschuwing kwam toen een vriendje van mijn zesjarige zoon me met Captain Von Trapp vergeleek. Hij keek The Sound of Music met zijn ouders en Christopher Plummer verscheen op het scherm als ‘the Captain’ die naar zijn gelukkige kinderen keek, op z’n fluitje blies en een strontchagrijnige kop trok. Op dat moment zei dat vriendje van m’n zoon dus: “Hey pap, dat lijkt Maarten wel!”

Mijn vrouw, ik en de ouders van dat kind konden erom lachen toen ze het tijdens een etentje vertelden. Ha-ha, Captain von Trapp, omdat ik zo kan kijken “kijk nog eens zo, schat?” en ondertussen zette ik een glimlach op, maar van binnen brak mijn hart. Zo wil ik niet zijn.

Ik zie er wel zo uit – en meer vaders met mij. Bijvoorbeeld wanneer onze kids zich misdragen en plein public – bijvoorbeeld tijdens een verjaardagsfeestje. Je wil niet schreeuwen, want dat trekt des te meer aandacht, dus trek je een kop waarvan je weet dat ‘ie indruk maakt. Je zegt er iets mee als ‘ik ben NIET blij met je en ik wil dat JIJ, een KLEIN kind, precies weet hoe mijn misère en ergernis eruitziet. Ik maak compleet gehakt van je wangedrag, zodat je ‘t nooit meer doet.”

Voor mij was de vergelijking met die eikel van een Von Trapp het begin van een interne zoektocht. Het plantte een zaadje. Wat voor effect had ik eigenlijk op mijn zoon? In de maanden erna betrapte ik mezelf op de momenten dat ik een dergelijk gezicht trok en had ik meteen spijt. Mijn vrouw merkte dat ik zachter aan het worden was, want ze wees me er een paar keer op dat ik onze kids over me heen liet lopen. Shit… dat was ook weer niet de bedoeling. “Je wil een leuke vader zijn, toch? Pak dingen dan wat lichter op, want nu ben je echt geen blije papa voor ze.”

Geen blije papa… wat was er van me geworden? Ik had zelf geen vader – mijn ouders gingen uit elkaar toen ik een paar maanden oud was – dus ik had niet echt een vaderfiguur dat ik als voorbeeld kon gebruiken. Ik dacht dat wat ik het meest had gemist als kind, de momenten met m’n pa waren waarop hij me liet zien hoe ik een auto moest maken, hout moest hakken en risico’s moest nemen. Ik dacht dat mijn jeugd op één of andere manier niet compleet was omdat ik een man was die zonder vader opgroeide.

Toen mijn zoon werd geboren, nam ik dus onbewust een ‘mannelijk’ voorbeeld aan: stoïcijns, gedisciplineerd, moedig – zo probeerde ik door het leven te gaan voor ze.

Het probleem is alleen dat als er geen balans is door er gekheid en lol tegenover te zetten, je gewoon in een lul verandert. De blik die ik mijn zoon gaf was niet de blik van een vader, maar van een pestkop. Klinkt misschien zwaar, maar ’t is wel de harde waarheid.

Na deze realisatie deed ik wat elke man die zijn leven wil veranderen doet: ik ging boeken Googlen en kocht ouderschapsboeken die specifiek op het vaderschap gericht waren. Die las ik in een paar dagen uit en als ik ze weglegde stonden ze vol markeringen en aantekeningen. Ik absorbeerde mijn nieuw opgedane kennis en deelde het met mijn vrouw.

Het boek dat me het meest is bijgebleven ging niet eens echt over vaderschap, maar over kind zijn. Het ging erom dat je het leven vanuit het perspectief van een kind ziet en begrijpt dat kids vaak niet eens de intentie hebben om zich te misdragen. Ze willen alleen uitvinden waar de grenzen liggen en ze gedragen zich zo (hopeloos irritant) omdat die grenzen niet worden aangegeven. Wat ze nodig hebben kan snoep zijn, maar het kan ook liefde en steun zijn. (Goed ouderschap komt in de basis neer op snoep en knuffels.)

Er zijn tientallen zinnen in het boek die nog steeds door mijn hoofd spoken – op een goede manier. Eén in het bijzonder raakte me: “Herinner jezelf aan het volgende: ‘een kind heeft mijn liefde het meest nodig wanneer hij/zij deze het minst verdient’. Ik heb mijn gezicht er sindsdien niet meer als zo’n gitzwarte donderwolk kunnen vertrekken. Op één of andere manier begrijp ik mijn kinderen gewoon beter en zie ik in dat ze mijn liefde nodig hebben – vooral wanneer ze zich kwetsbaar opstellen. Ik kan zeggen dat ik een betere vader voor mijn zoon ben – en daar ben ik achter gekomen door uit te vinden hoe ik een betere vriend voor hem kan zijn.

Ben ik nog steeds weleens The Captain? Jazeker. Ik heb alleen maar een paar regels van Edelweiss nodig om weer uit die mood te schieten. En dat is maar goed ook.

Volg je Men's Health al op Facebook en Instagram?