Onderzoekers: 'Zonder anderen sporten en bewegen neemt alsmaar toe’
Hoe komt dat toch?
© Getty Images - hoozone

Sport is een sociale aangelegenheid voor velen. Teamsporten, trainen met vrienden of groepslessen pakken, noem het maar op. Maar in je eentje sporten lijkt steeds meer aan populariteit te winnen. Waar in 2011 nog 38 procent van de totale sport- en beweegtijd individueel werd doorgebracht, is dat in 2016 al gestegen naar 42 procent, constateert Remko van den Dool, onderzoeker aan het Mulier Instituut, in zijn onderzoek ‘Zonder anderen sporten en bewegen neemt toe.'
De totale tijd die wordt besteed aan sporten en bewegen is tussen 2011 en 2016 ‘slechts’ met één procent gestegen. Dat betekent dat niet alleen naar verhouding meer mensen alleen sporten, maar dat er ook in absolute zin een verschuiving plaatsvindt naar het individualisme binnen de sport.
Waar ligt dat aan? Het onderzoek stelt dat deze toenemende einzelgänger-beweging vooral te maken heeft met de sterke groei van fitness en duursporten als wielrennen en hardlopen in de afgelopen jaren. En laat dit nou net een groep individualistische sporten zijn. Zo wordt meer dan de helft van deze sporten alleen beoefend.
Van alle sporters is 21 procent een absolute eenling die nooit en te nimmer met iemand samen een fysieke inspanning verricht – wellicht op een avontuur tussen de lakens na dan. Daar tegenover staat 34 procent die met geen mogelijkheid alleen gaat sporten. Een kwart (27 procent) sport zowel samen als alleen, van de overige 13 procent is het onduidelijk of ze alleen of samen sporten.
Conclusie
Het sociale karakter van sporten lijkt gestaag af te nemen. Dit komt mede door de verschuivende wensen van de sporter. Men wil flexibel kunnen bewegen, inplannen wanneer het hen uitkomt en de motivatie voor het sporten is veranderd – gezondheid wordt boven gezelligheid verkozen. Maar af en toe een trainingsmaatje meenemen kan geen kwaad toch? Dat is niet alleen gezellig, maar ook goed voor je trainingsresultaten.