Sven Schutte: ‘Ik wilde een sport doen waarbij ik de meeste hinder van mijn handicap zou ondervinden'
Sven Schutte verloor zijn arm door een bermbom, in 2020 neemt hij deel aan de Paralympics
Sven Schutte (35) verloor in 2009 zijn linkeronderarm tijdens een militaire missie in Afghanistan. Vijf jaar later, op de Invictus Games, werd hij gescout door de bondscoach van het Paralympisch Zwemteam. Nu zwemt hij harder dan jij.
‘In 2005 ben ik aan de slag gegaan bij Defensie, als mitrailleurschutter bij de luchtmobiele brigade. Een jaar later werd ik voor het eerst uitgezonden naar Uruzgan, een provincie in Afghanistan. Na die eerste missie ben ik nog twee keer uitgezonden naar dezelfde plek, maar dan als schutter lange afstand. Tijdens mijn derde keer in Uruzgan, in 2009, ging het mis.’
'Rond half zes ’s ochtends gingen we met zo’n tien gepantserde voertuigen op pad. Het was nog vroeg, dus ik zat een beetje onderuitgezakt in één van de achterste stoelen. Mijn linkerarm leunde op de stoel naast me. Er leek niets aan de hand te zijn, tot we in de auto waarin ik zat – een van de laatste in de rij – ineens een enorme knal hoorden. Wat volgde, was één grote waas; ik zag alleen maar stof en had een harde piep in mijn oren. Verder was ik er goed vanaf gekomen, want ik had niets. Dacht ik.'
'Toen ik de achterdeur opendeed en naar buiten liep, zag ik dat er flinke wonden op mijn benen zaten. En dat mijn arm er half af lag. Ik vergelijk het altijd met kinderen die hun handschoenen aan een touwtje uit de mouwen van hun jas hebben hangen. Zo zag het eruit. De bom was blijkbaar precies afgegaan onder de stoel waar ik met mijn arm op had geleund. Misschien had ik mijn arm nog gehad als ik rechtop had gezeten, maar dat is moeilijk te zeggen. Door de adrenaline heb ik niets van het ongeluk gevoeld. Een heel bizarre gewaarwording.'
'Ik besloot weer terug te gaan naar de auto en op hulp te wachten. Een paar militairen met een medische specialisatie hebben mijn arm met een tourniquet afgebonden om het bloeden te stoppen. Veel van de andere jongens hadden hun botten gebroken en verbrijzeld, maar er zijn geen doden gevallen. Natuurlijk baalde ik van mijn arm, maar ik maakte me meer zorgen om mijn benen, waar ik geen gevoel meer in had.'
'Later, nadat ik was opgehaald met een traumahelikopter, kwam dat gelukkig weer terug. Ik ben naar een ons basiskamp teruggebracht, waar mijn arm door Nederlandse chirurgen uit ons eigen team is geamputeerd. Een dag later ben ik naar het Universitair Medisch Centrum in Utrecht gevlogen voor nog twee operaties om de wond netjes dicht te maken – in Afghanistan hadden ze alleen het hoognodige gedaan.'
De revalidatie
'Na twee weken werd ik uit het ziekenhuis ontslagen en ben ik aan mijn herstel gaan werken in Doorn, in het militaire revalidatiecentrum. Ik kreeg een prothese, die ik bestuurde door de spieren in mijn stomp samen te trekken. De sensoren vertalen mijn bewegingen naar de bionische hand van de prothese. De eerste paar jaar heb ik er veel gebruik van gemaakt, het was fijn om weer een arm te hebben. Het was een onderdeel van mijn acceptatieproces. De prothese leek op mijn eigen hand, waardoor ’ie niet opviel als ik iets met lange mouwen droeg. Dan loop je toch een stuk zelfverzekerder over straat.’
‘Het was echter niet mijn handicap zelf waar ik het het moeilijkst mee heb gehad. Natuurlijk is het vervelend. Alles duurt veel langer. Als ik twee kopjes naar de keuken moet brengen, moet ik twee keer lopen. En het snoer van mijn oordopjes uit elkaar halen, is een heel gepriegel. Maar het feit dat mijn carrière bij Defensie voorbij was, is me zwaarder gevallen. Ik had graag gekeken hoe ver ik het nog had kunnen schoppen. Tot kapitein van een eenheid misschien, of lid van een arrestatieteam. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om psychologie te studeren. Mijn prothese heb ik aan de kant gelegd. Hoe handig ik het soms ook vond, hij deed vooral pijn aan mijn stomp en was erg zwaar.’
Gescout voor het paralympisch zwemteam
‘Via het revalidatiecentrum werd ik in 2014 gevraagd voor de allereerste Invictus Games. Ik wilde een sport doen waarbij ik de meeste hinder van mijn handicap zou ondervinden, dus ik besloot te zwemmen. Na een half jaar te hebben getraind, heb ik toen samen met mijn estafetteteam brons gehaald. En mijn prestatie op de vijftig meter vrij – mijn precieze tijd weet ik niet meer – was blijkbaar zo indrukwekkend, dat de bondscoach van het paralympisch zwemteam me vroeg of ik het leuk vond om met hen mee te trainen.'
De Invictus Games is een internationaal sportevenement, opgezet door de Britse prins Harry, voor militairen die door of tijdens de dienst gewond raakten. Maar liefst vijfhonderd militairen uit achttien verschillende landen strijden in wedstrijdverband om de hoogste plaats in elf sportonderdelen.
'Ik was nog geen twee weken lid of ik zwom mijn eerste NK. Ik werd tweede. Dat smaakte naar meer, dus ik ging steeds vaker trainen. Tot ik het jaar daarna ineens acht keer per week in het zwembad lag en regelmatig in de sportschool stond, nog bovenop de wedstrijden die ik in het weekend deed. Erg pittig, maar ik vind dit hele topsportavontuur zo supervet. Ik sta elke dag met plezier op om keihard aan mezelf te werken en steeds ietsje beter te worden.’
‘Sinds paralympisch zwemmen mijn fulltime baan is, inmiddels alweer drie jaar, heb ik veel mooie dingen meegemaakt. Afgelopen februari was ik nog drie weken in Zuid-Afrika op trainingskamp. En ik ben in totaal drie keer Nederlands kampioen geworden op de vijftig meter vrij. Mijn mooiste prestatie behaalde ik op het EK in 2018. In eigen land zwem je tijdens kampioenschappen al snel tegen je teamgenoten.'
'Dit keer lag ik tussen de grote namen in het water, de jongens die ik kende van de ranglijsten. Ik was hartstikke zenuwachtig, dat had ik eigenlijk nog nooit gehad – zelfs niet in Afghanistan. Ik haalde de finale en werd uiteindelijk zevende, met een tijd van 26.76 seconden.'