Ricky Frissen (26) ontwikkelde door bodybuilding een eetbuistoornis

'Ik werd ’s nachts wakker om de pot Nutella op mijn nachtkastje uit te lepelen.'<del></del>

Een afgetraind lichaam was volgens Ricky Frissen (26) de enige manier om het zelfvertrouwen te krijgen waar het hem altijd aan ontbrak. Maar na zijn eerste bodybuildwedstrijd ontwikkelde hij een eetbuistoornis en was hij verder van huis dan ooit.

'Ik ben altijd een onzeker en gevoelig kind geweest. Mijn broertje was atletisch en had het voor mijn gevoel beter voor elkaar dan ik. In elk geval op de gebieden die ik belangrijk vond: sport en uiterlijk. Ik mat me alleen aan hem en was daardoor nooit tevreden met mezelf. Door mijn vader werd ik niet begrepen. Mijn moeder is lief en zorgzaam, maar bij haar aankloppen zag ik als een teken van zwakte,' aldus Frissen.

Verstoord zelfbeeld

Frissen gaat verder: 'Toen ik in de pubertijd kwam, werd mijn zelfbeeld een probleem. In de vriendengroep waarmee ik voetbalde was het normaal om veel te drinken. Op dins- en donderdagen deden we na de training een paar biertjes. Op dagen dat we wedstrijden speelden, mondde het steevast uit in een zuipfestijn waarbij ik niet meer wist hoe ik die nacht was thuisgekomen.'

'Drinken was een manier om niet te hoeven stilstaan bij de gevoelens die ik had. Ik rende weg van mijn problemen, maar aan de extra kilo’s die alle alcohol met zich meebracht, kon ik niet ontsnappen. Hoewel ik het in die periode niet in mijn hoofd haalde om een strak shirt aan te trekken, bleef mijn zwembandje niet onopgemerkt. ‘Je hebt goed gegeten, hè?’ of ‘Je bent lekker stevig geworden’, zeiden mijn teamgenoten dan. Het zijn van die opmerkingen die mannen onder elkaar maken en waar niemand zich normaal gesproken iets van aantrekt, maar bij mij kwamen ze hard aan.'

Slechte start

'Op mijn negentiende ben ik vanwege overbelaste schenen met voetbal gestopt. Ik zat altijd bij het tweede, maar wilde graag op een niveau hoger spelen. Ik wist dat ik in de zomerstop aan mijn conditie moest werken als ik dat voor elkaar wilde krijgen. En dus ging ik minder eten en elke dag hardlopen, met als gevolg dat mijn beenvlies ging ontsteken en ik voorlopig niet meer fatsoenlijk kon rennen. Ik maakte de overstap naar fitness. Dat had niets met sport of gezondheid te maken, maar alles met mijn zelfbeeld. Ik wilde zekerder van mezelf worden,' aldus Frissen.

'Het werkte averechts, want ik keek non-stop in de spiegel en werd me alleen maar meer bewust van hoe ik eruitzag. Het aantal krachttrainingen schroefde ik al snel op naar vijf á zes per week. Maar ik had geen idee waar ik mee bezig was, dus de resultaten bleven uit. Ik zat constant in tweestrijd tussen én zo gespierd mogelijk én zo droog mogelijk willen worden. Bovendien had ik nauwelijks kennis van goede voeding. Zo bleef ik nog een tijdje aanklooien, totdat twee vrienden me wezen op een coaching-traject van een jaar.'

Stok achter de deur

De beginnend fitness'er wilde het professioneel aanpakken en zou één keer per maand een meting laten doen en kreeg een persoonlijk voedings- en trainingsschema. Frissen: 'Op dat moment woog ik 97 kilo – veel te zwaar voor mijn 1.78 meter. Ik volgde een vrij strikt dieet; alleen op zaterdag mocht ik een cheatmeal. Hoe langer het dieet duurde, hoe heftiger de cheatmeal werd. In het begin had ik voldoende aan een patatje met een snack. Daarna ging ik over op een pizza en een emmer Ben&Jerry’s. Dáárna werden het twee pizza’s en een bak ijs. Ik ontzegde mezelf doordeweeks zoveel dat ik echt naar die zaterdag ging toeleven. Achteraf gezien had ik mezelf toen al niet meer in de hand. Ik had een stok achter de deur nodig. Toen mijn coach me vroeg of ik interesse had in een bodybuild-wedstrijd, leek dat een ideaal doel, want cheaten – mijn valkuil – was er dan niet meer bij. Ironisch genoeg ging het daarna juist mis.'

Waar cheatmeals ontzien de oplossing leek voor Frissen, bleek dit niet het geval. 'In het laatste gedeelte van mijn voorbereiding raakte ik letterlijk geobsedeerd door eten. Ik was zo moe door het grote calorietekort waar ik in zat, dat ik me nergens op kon concentreren – behalve op eten. Als ik iemand een taart zag bakken, kon ik mijn aandacht er wél bij houden. Ik was mezelf niet meer, dat merkten ook mijn ouders. Zo moest ik ’s avonds bijvoorbeeld acht eieren eten, die ik de dag ervoor netjes had gekookt. Toen mijn vader er daar een keer één van had opgegeten, ging ik volledig door het lint,' aldus Frissen.

Verslaafd aan Nutella

Ondanks alles ervoer Frissen de bodybuild-wedstrijd zelf als een leuke ervaring. 'Ik had bij lange na niet genoeg spiermassa, maar ik was wel hartstikke droog. Ik kreeg van mijn omgeving eindelijk de bevestiging dat ik er goed uitzag. Gelijk nadat ik van het podium kwam, ben ik gaan vreten als een malle. Pannenkoeken met Nutella, ik weet het nog precies. Die eerste hap, na drie maanden niets zoets te hebben gegeten, smaakte onbeschrijflijk. Een paar dagen later hield ik door al dat schransen zoveel vocht vast dat ik mijn schoenen niet meer aankreeg. Mijn bloeddruk en hartslag waren torenhoog. ’s Nachts werd ik zwetend wakker door alle troep die ik had gegeten, maar die mijn lichaam nauwelijks kon verwerken. Het weerhield me er niet van om de pot Nutella, die inmiddels standaard op mijn nachtkastje stond, uit te lepelen – het is een godswonder dat ik in die tijd geen last van mijn gebit heb gekregen.'

Frissen: 'Het idee was om in december, de maand van de wedstrijd, te eten wat ik wilde en mezelf in januari weer op rantsoen te zetten. Die eerste paar weken voelden fantastisch. Ik at wat ik wilde, kon weer leuke dingen doen met vrienden, trainde lekkerder dan ooit en zag er nog relatief goed uit. Toen het nieuwe jaar aanbrak, wilde ik op de rem trappen, maar het lukte niet. Ik had mezelf niet meer onder controle. In februari zat er twintig kilo aan. Mijn zelfvertrouwen kelderde naar een nieuw dieptepunt: ik had eindelijk waar ik al die tijd van had gedroomd, maar liet het nu alsnog uit mijn vingers glippen.'

Zwarte gat

De wetteloze toestand waarin Frissen leefde, leidde er bij vlagen toe dat hij wel 10.000 calorieën per dag wegwerkte. 'Veel bodybuilders vallen in de periode na een wedstrijd in een zwart gat. In de ogen van mijn ouders leek dit op het eerste gezicht normaler dan wat ik hiervoor deed; neurotisch alles afwegen. Ik was bovendien erg goed geworden in het verbloemen van mijn eetbuien. De situatie ging nog verder bergafwaarts toen ik op mezelf ging wonen. Ik vermeed sociale contacten en hoefde aan niemand verantwoording af te leggen. Op sommige dagen at ik met gemak 10.000 calorieën.'

'Zulke vreetbuien wisselden zich af met dagen waarop ik slechts 1.500 calorieën at en buitensporig veel cardio deed. Ik droeg alleen nog losse kleding en durfde nauwelijks naar buiten. Ondertussen slikte ik illegale fatburners om mijn hongergevoelens tegen te gaan, waardoor ik nauwelijks sliep. Dat alles zorgde ervoor dat ik op een dag, na de zoveelste vreetbui, een paniekaanval kreeg. Er knapte iets in me. Ik heb nooit zelfmoord overwogen, maar wist: als dit nog langer zo doorgaat, hoeft het van mij niet meer.'

Professionele hulp

De toestand waarin Frissen verkeerde kon niet langer realiseerde hij zich -en professionele hulp werd ingeschakeld. 'Ik het hele verhaal aan mijn ouders verteld – ik was gebroken. Ze zagen het natuurlijk enigszins aankomen, maar hadden zich niet gerealiseerd dat de situatie zo ernstig was. Ik heb zelf bij de huisarts aangeklopt voor een doorverwijzing naar een psycholoog. Na een traject van acht maanden kan ik zeggen dat ik mijn problemen grotendeels achter me heb gelaten.'

'Natuurlijk ga ik nog weleens de fout in, maar dat doen mensen zonder eetstoornis ook. Ik heb geleerd om mijn gedachten te rationaliseren en op mezelf te reflecteren. Ik kan weer van een reep chocola genieten zonder alle calorieën te tellen of ‘m de volgende dag op een ongezonde manier te compenseren. Plus, ik ben eindelijk mezelf. En als je weet wie je bent en daar achterstaat, dan wordt de mening van anderen vanzelf minder belangrijk,' besluit Frissen.

Volg je Men's Health al op Facebook en Instagram?