Huisdieren doen wonderen voor je mentale gezondheid

Maar er is meer. Iets wat jij niet had verwacht - en wij ook niet.

© Getty Images - Nazar Rybak

gettyimages-1300658164

Vorig jaar herfst adopteerde ik – net als zo’n beetje iedereen – een pandemiehuisdier: Kai, een super enthousiaste, tien maanden oude labradormix. Na een jaar lang tijdens online sessies kattenstaarten en blaffende puppies bij mijn patiënten op de achtergrond te hebben gezien, realiseerde ik me dat ik ook een huisdier wilde.

Huisdier voor happiness

Misschien had ik er zelfs eentje nodig. Iedere mentale gezondheidsspecialist zal je vertellen dat de therapeutische effecten van huisdieren ver reiken. Sterker nog: ik word als therapeut constant gevraagd om goedkeuring voor huisdieren die emotionele steun bieden aan patiënten die zijn gediagnosticeerd met depressie, angstgevoelens of PTSS. Een huisdier kan stress verminderen en een gevoel van verbondenheid teweegbrengen. Het knuffelhormoon oxytocine, dat met intimiteit wordt geassocieerd, speelt hierin een grote rol.

Wanneer je bijvoorbeeld je hond aait, stijgt de hoeveelheid oxytocine die in je brein wordt afgegeven. Tegelijkertijd daalt je niveau van het stresshormoon cortisol en verlaagt je bloeddruk aanzienlijk. Dit alles draagt bij aan een beter algeheel welzijn. Naast de mentale voordelen wordt het hebben van een huisdier gelinkt aan een betere algemene gezondheid. Een lager cholesterol- en triglycerideniveau zijn hiervoor medeverantwoordelijk. Hoewel ik me bewust was van de wetenschap, wilde ik gewoon een hond om een stukje mee te rennen of een spelletje mee te doen. Ik heb eerder huisdieren gehad. Mijn ouders lieten me mijn eerste puppy adopteren toen ik negen was, zodat ik als enig kind toch een speels maatje om me heen had – ook al betekende het dat ik een frisbee gooide naar een schele chihuahua, in de hoop dat ze ’m zou terugbrengen.

Dit keer wilde ik een sportiever ras. Ik begon met het idee te spelen om weer een hond te nemen. Hoe leuk zou dat zijn? Om eerlijk te zijn, voelden de eerste weken allesbehalve therapeutisch. Terwijl ik Kai probeerde te leren om te zitten, was ze drukker met kauwen op de schoenen van mijn vrouw of onder mijn bureau plassen. Ik besefte al snel dat ik nog het één en ander te leren had over het houden van een huisdier – en zeker ook over wat ze voor me zou doen. Vrienden die werkzaam zijn in de mentale gezondheidszorg zeggen hetzelfde. We hebben gelezen wat de wetenschap zegt over de voordelen van huisdieren én we hebben aan den lijve ondervonden hoe zij ons leven op subtiele wijze een stuk leuker maken.

Ze scholen je bij

Ik merkte dat Kais training – handgebaren, snoepjes geven, mijn wenkbrauwen optrekken om haar te laten blaffen – mijn non-verbale communicatie verbeterde. Ook leerde ik beter actief luisteren. Niet alleen naar haar, maar ook naar mijn menselijke patiënten. Toen ik Kai adopteerde, werd me verteld dat ze vroeg in haar leven waarschijnlijk een trauma had meegemaakt. Ze was van nature erg timide. Dus toen ze bij me wegrende, wist ik dat het een slecht idee was om achter haar aan te gaan. De enige manier om haar terug te laten komen was door aandacht aan haar te besteden en actief te luisteren naar wat ze me duidelijk probeerde te maken. Zodra ik knielde en een handgebaar maakte, werd ze rustig en liep ze naar me terug. Het herinnerde me eraan dat non-verbale aanwijzingen me helpen patiënten beter van dienst te zijn. Een knikje vertelt me wanneer ik dieper moet graven, een lange pauze voor een antwoord op mijn vraag kan erop wijzen dat ik het onderwerp in kwestie beter kan vermijden.

Ze bieden structuur

Het is een feit dat je structuur in je leven nodig hebt om voor iemand te kunnen zorgen, of dat nu een huisdier of een kind is. Ik was verbaasd dat Kai me in zo’n goed ritme wist terug te brengen. In plaats van te snoozen of door Instagram te scrollen, word ik om 07.30 uur wakker van mijn nieuwe alarm: Kai. Gebeurt dat niet, dan weet ik dat er een onsmakelijk cadeau op me ligt te wachten zodra ik beneden kom. O ja, en ik heb altijd een hardloopmaatje dat in is voor een rondje park of bos.

Ze plaatsen dingen in perspectief

Psychotherapeut Dixon Parnell zegt dat zijn twee katten nauwelijks iets geven om zijn werk of het nieuws. Hetzelfde geldt voor Kai: als ze klaar is om te spelen, begint ze gewoon te blaffen – ongeacht wat er verder nog op mijn to do-list staat. Hoewel het niet altijd even praktisch is om te worden onderbroken, is het fijn om even bij mijn computer weg te zijn door drie minuten een balletje met haar te gooien. Dit zorgt ervoor dat ik fris en fruitig terugkeer en beter kan focussen. Huisdieren opereren op een heel ander niveau. Ze willen snoepjes, gekriebeld worden, spelen en overal en nergens slapen. Dixon vertelt me dat zijn kat hem helpt om zich niet van zijn stuk te laten brengen door werkstress of negatieve nieuwsberichten, simpelweg door hem te laten zien wat écht belangrijk is: slapen, eten en rondrennen.

Ze helpen je ontspannen

Kai is fantastisch gezelschap. Voor sommige mensen gaat de band met hun huisdier echter veel verder dan dat. 'De tijd die ik investeer in het verzorgen van mijn paard Cinco helpt me te kalmeren,' zegt psychiater Drew Ramsey. Volgens hem wordt dat effect extra versterkt wanneer het dier minstens twintig keer zo sterk is als jijzelf. Je kunt het niet tegen het paard opnemen of blijven zitten als hij heeft besloten dat ’ie klaar met je is. Je moet in staat zijn om elkaar te peilen. Nadat ik bijna een jaar voor Kai heb gezorgd – en hij voor mij – ben ik eindelijk in staat om haar mee te nemen tijdens het hardlopen. En als ik een tennisbal gooi, brengt ze ’m (meestal) terug. Ik zeg niet dat huisdieren voor ingewikkelde problemen betere therapeuten zijn dan wij, maar onderschat niet wat ze allemaal voor je kunnen doen.