Storm Carroll werd verliefd in en op Nederland en bouwt mee aan een nieuwe rugbycultuur

'Het was kiezen tussen één van de All-Blacks worden of proberen een legacy achter te laten in een ander land.'

Het wereldkampioenschap rugby in Frankrijk is momenteel in volle gang. Helaas zonder het Nederlands team, maar als het aan ex Oranjetopper Storm Carrol ligt, zal dat in de toekomst veranderen. De geboren Nieuw-Zeelander vertelt ons hoe hij in ons nationale team belandde en waarom hij veel vertrouwen heeft in de toekomst van het Nederlands rugby.

Storm, leg eens uit, hoe kan een Nieuw-Zeelander voor Nederland spelen en waarom zou je, als je ook voor de legendarische All-Blacks kunt kiezen?

'Nou, dat gaat met rugby anders dan met sporten zoals voetbal: wanneer je drie jaar op rij in een land speelt mag je voor dat nationale team kiezen. Ik kwam hier terecht omdat ik door de Nieuw-Zeelandse bond naar Nederland werd gestuurd om een specifieke positie te leren, om die daarna bij de All-Blacks te spelen. Maar toen ontmoette ik mijn Nederlandse vrouw en veranderde mijn hele blik op het leven. Het leven en de cultuur in Nederland zijn totaal anders dan in mijn thuisland en ik vond het geweldig hier. Het was een keuze vanuit liefde én leven. En zelfs vanuit het rugby-oogpunt heb ik een weloverwogen besluit genomen. Een All-Black worden is natuurlijk een droom voor elke kiwi-kid zoals ik, maar in Nederland werd ik deel van een groot project om rugby naar een hoger niveau te brengen. Het was kiezen tussen één van de All-Blacks worden of proberen een legacy achter te laten in een ander land.'

Hoe gaat het met dat project?

'We moesten echt onderaan de ladder beginnen, en echt ons best doen om spelers voor het Nederlandse team te laten spelen. Soms leek het alsof ík meer passie voor het team had dan de "echte" Nederlandse jongens. Toen we begonnen te winnen en een betere rugbycultuur creëerden werd het steeds aantrekkelijker voor andere Nederlandse spelers om zich bij het team te voegen en begonnen we langzaam maar gestaag te groeien. Daar hadden we trouwens alle ruimte voor, want we speelden op dat moment echt in de onderste regionen van het Europese rugby. Nu, acht jaar later, zijn we op het hoogste niveau aanwezig. Om van die ontwikkeling deel uit te maken was prachtig en daar ga ik nooit spijt van hebben. Wanneer ik met pensioen ben kan ik met trots zeggen dat ik erbij was toen de fundering van het Nederlands toprugby werd gelegd.'

In Nederland staat rugby bekend als een keiharde sport, niet iets waar je je kind graag naartoe stuurt, wat vind jij daarvan?

'Je hebt in Nederland niet echt een rugbycultuur: in de meeste Europese landen is voetbal de grootste sport. Waar ik vandaan kom heb je wél een echte rugbycultuur en speel en leer je de sport al op de basisschool. Daardoor heb je een stevig fundament om je skills op te bouwen. Het is een fysiek zware sport met veel regels, maar dat fundament maakt het makkelijker en helpt je om harde hits te ontwijken. Nederlanders zijn vaak al twaalf of dertien wanneer ze beginnen met rugby en dat maakt het lastiger — je kunt beter zo vroeg mogelijk beginnen. Ik begon al op m'n vierde en het heeft 35 jaar geduurd voordat ik voor het eerst echt geblesseerd raakte. '

Tekst loop door onder afbeelding


Inmiddels speel je zelf niet meer voor oranje, maar coach je het Nederlands u18 team, hoe gaat dat?

'Ik vind het geweldig, uitdagend en ook heel leerzaam. Ik dacht dat ik alles al wist over rugby maar dat is duidelijk niet waar. Ik leer nog steeds, nadat ik de sport al 35 jaar speel. Om eerlijk te zijn zie ik mezelf echt niet als coach, ik ben nog altijd meer speler dan een coach alhoewel ik dat nu on the job aan het leren ben. Nederland en het Nederlandse rugby hebben mij ontzettend veel gegeven en ik wil dat teruggeven. Ik dacht altijd dat ik dat deed door te spelen voor het Nederlandse team, maar ik merk dat het coachen van de jeugd de ultieme manier is om iets terug te geven. Alles wat ik weet doorgeven aan de volgende generatie. De kinderen die ik nu coach hebben mij zien spelen sinds ze klein zijn, dus die willen graag van mij leren.'

Welke lessen geef je die jonkies mee?

'Veel. Maar mijn belangrijkste les bij het trainen van jeugd is plezier hebben én hard werken. We zijn met het U18 team maar twee uur per week samen en dus moeten we proberen die twee uren optimaal te benutten, terwijl we tegelijk ook genieten van het moment dat we samen zijn. Deze tijd als U18 speler is namelijk prachtig, en je krijgt 'm nooit meer terug. Heeft niet echt te maken met rugby, maar meer het mentale plaatje. Ik weet zeker dat als dat goed zit de andere puzzelstukjes in elkaar zullen vallen.'

Kunnen we dan binnenkort ook Nederland op het WK rugby verwachten?

'Ja, dat denk ik wel, maar misschien nog niet in 2027. We kunnen ons steeds beter meten met teams van wereldklasse, maar het ontbreekt ons nog aan ervaring om van dat soort teams te winnen — al is er geen enkele reden waarom dit in de toekomst niet zou kunnen. In de lichting die ik nu coach zitten een tiental spelers die écht heel goed kunnen worden. Hopelijk lukt het hen om in de toekomst het Nederlands rugby naar nóg een hoger level te tillen. Zelf heb ik met het Nederlands team helaas nooit een WK mogen halen, maar ik zou het geweldig vinden als de jongens die ik heb getraind dat wel doen.'


Het WK rugby in Frankrijk vindt plaats van 8 september tot 28 oktober en wordt live uitgezonden op Ziggo Sport.