Alle Dagen Hef ik Dumbbells: Hoe ADHD’er Thimo rust vond met fitness
Verander wat je niet kunt accepteren, accepteer wat je niet kunt veranderen.
© Getty Images

Mensen met ADHD passen niet altijd in de mal van onze samenleving. Communiceren met mensen kan gevoelig zijn en het klassieke schoolsysteem een chaotische omgeving. Dan rijst vaak de vraag: wat is mijn plek op deze aardkloot? Eenzelfde gedachte zingt rond in het hoofd van Thimo Speerstra (23), die pas op zijn eenentwintigste zijn diagnose krijgt. Veel lampjes gaan branden, maar daarmee nog niet per se de vlam des levens. Ook in zijn omgeving krijgt hij niet altijd begrip voor zijn gedrag. ‘Je gaat er zelf in geloven dat je gek bent’, ondervindt hij.
Dat Thimo anders is dan de meesten, merkt hij al vroeg op school. Wanneer de jaren van spelen en ontdekken over zijn en hij in groep drie op echte leerstof overgaat, voelt hij zich overweldigt. ‘Ik kon mij totaal niet concentreren. Er gebeurt zo veel in de klas, waardoor ik continu afgeleid was.’ Na enige gesprekken met specialisten wordt de diagnose PDD-NOS gesteld. Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified betekent dat hij bovengemiddeld veel autisme-kenmerken bezit, maar niet genoeg om het stempel van een autistische stoornis te dragen. Voor het lerende kind Thimo is het prima: hij wordt overgeplaatst naar speciaal onderwijs, waar hij wél in rust en op zijn eigen tempo kan leren.
Toch blijft de match met zijn identiteit missen. Thimo is juist hartstikke sociaal, heeft veel vrienden en maakt graag een praatje met de mensen. Op de middelbare school komt hij op dat vlak geen problemen tegen. Alleen het leren blijft een struikelblok. ‘Als iets me niet lukte, dan kon ik mij daar zo op blindstaren, dat ik de rest uit het oog verloor.’ Ook interne discussies met zichzelf ventileert hij zonder filter naar de buitenwereld. ‘Soms moet je op school iets leren waarvan je denkt: waar heb ik dit voor nodig? Dat kon ik echt niet hebben. Ik bleef me er dan tegen afzetten: ‘Waarom moet ik dit leren?’ Dan dwong ik mijzelf het niet te leren.’ Uiteindelijk haalt hij zijn school, zij het met de hakken over de sloot.
Ontspanning door inspanning
In de tussentijd vindt de jonge Thimo op zijn zestiende de sportschool. Wat hij daar aantreft, is een verademing voor zijn drukke hoofd dat nergens op zijn plek is. De omgeving, structuur en energie passen hem als een powerlift-riem. ‘Ik vroeg direct een schema en voor vijf dagen per week. Er werd me aangeraden om rustig aan te doen, maar ik wist dat dit was wat ik nodig had: ‘Vijf. Dagen. Per week’, zei ik tegen die gozer.’ Thimo geraakt in hyperfocus en is alleen nog maar met fitness bezig. Hij denkt aan ieder detail en wijkt niet af. ‘Na een jaar had ik veel vooruitgang gemaakt. Die sportschoolhouder zei tegen me: ‘Als we een verkiezing hadden, ben jij onze sporter van het jaar’’, vertelt hij. Thimo lijkt niet te stoppen, maar opnieuw komt hij zichzelf tegen.
‘Ik sportte vijf á zes dagen in de week, daarnaast werkte ik in de maatschappelijke zorg. Op gegeven moment komt de man met de hamer’, herinnert hij zich. Thimo vond zijn passie voor fitness, om vervolgens zichzelf te verliezen. Hij raakte de balans kwijt. ‘Thuis was ik ook niet meer leuk. Eerder woog ik alles af, maar at ik nog wel het avondeten. Toentertijd hoefde ik dat ook niet meer. Alles wat ik at moest passen binnen mijn dieet.’ Op persoonlijk vlak ging het ook niet goed. ‘Mijn vriendin van die tijd ging vreemd. Daardoor kwam een gevoel terug dat vaker in mijn leven voorkwam: ik ben niet goed genoeg.’ Tot slot kapt hij met het werk dat hem zo veel zingeving bood: de maatschappelijke zorg. ‘Ik probeerde verschillende baantjes uit. Voornamelijk in de logistiek. Daar kon ik mijn verstand op nul zetten en gaan.’
Brandende lampjes
Die mentaliteit is dan nodig voor Thimo, want eigenlijk is zijn inspiratiebron tot de laatste druppel opgedroogd. ‘Ik was depressief, had nergens meer energie voor. Ik sportte nog wel drie keer per week, maar dat was voor mij het minimum. Ik ging in gesprek met een psycholoog.’ Daar, op zijn eenentwintigste, wordt hij verrast. ‘Hij geloofde er niks van dat ik PDD-NOS had. Dat moest iets anders zijn. Na een aantal gesprekken en tests werd de diagnose ADHD gedaan.’ Alsof zijn levensverhaal op die dag pas aan hem werd voorgelezen, herleefde Thimo ieder moment vanuit een nieuwe bril. ‘Er gingen zo veel lampjes branden. Het verklaarde grote delen van mijn gedrag.’
Met de revolutionaire zelfkennis kon Thimo niet alleen zijn verleden verklaren, maar ook zijn toekomst duiden. ‘Er zijn gewoon sommige dingen waar je rekening mee moet houden.’ Hij is herboren en keert weer terug naar zichzelf. ‘Ik ging weer werken in de zorg; doen wat ik altijd het leukst vond.’ Tevreden met zijn nieuwe ik, gaat hij verder met leven. Als de positieve gast die hij is. Maar opnieuw slaat de twijfel toe wanneer hij een relatie krijgt. Hij voelt zich onbegrepen en erger: ‘Ik werd meer dan eens voor gek verklaard.
Ervaring delen
Thimo erkent dat hij niet makkelijk is. ‘Door mijn ADHD raak ik snel overprikkeld, en het hoe-was-je-dag-gesprek… die vraag komt gewoon niet in mijn hoofd op. Dat betekent niet dat het me niet interesseert, mijn hoofd gaat gewoon snel van het een naar het ander.’ Dat wordt hem niet in dank afgenomen. Zijn vriendin begrijpt hem niet, noemt hem raar en ook haar ouders kiezen haar kant. ‘Ze deden alsof hun dochter te goed voor mij was. Dat ik echt mocht boffen met een knappe en leuke meid als zij.’ Thimo begint, na al zijn persoonlijke stappen, weer aan zichzelf te twijfelen. ‘Je gaat er zelf in geloven dat je gek bent.’
De laatste druppel valt wanneer Thimo trots zijn droom deelt. Hij wil een fitness-fotoshoot van zichzelf laten maken. Zijn glimlach wordt echter snel de kop ingedrukt. ‘Of ik wel goed wijs was, en dat het ontzettend ordinair is om halfnaakt voor een camera te staan.’ Maar Thimo geeft niet op. Nadat zijn ex en hij samen besluiten dat het niet meer werkt en er een punt achter zetten gaat de fitnessfanaat vol voor zijn shoot. ‘Mijn ouders hebben me altijd enorm gesteund. Af en toe maakte mijn vader zich zorgen, dat ik misschien doorsloeg. Maar hij bleef me steunen en vertelde met het resultaat dat hij trots op me is.’ Na het schrijven van zijn eigen verhaal, met al het gummen, strepen en fouten maken van dien, neemt Thimo de laatste stap. De maatschappelijk zorger komt opnieuw naar boven: ‘Zo veel jongens worstelen met hun ADHD, voelen zich onbegrepen. Na mijn diagnose en wat ik heb meegemaakt dacht ik: misschien helpt het iemand als ik mijn verhaal deel…’




