Top-korfballer Olav van Wijngaarden tilt serieuze kilo’s: ‘Een van de weinigen in mijn sport’

Tijd om het imago van de korfballer te 'liften'.

Het Nederlandse team heeft op zondag 29 oktober het WK korfbal 2023 in Taiwan gewonnen. Grote kans dat jij daar niks van zag. De aandacht is niet hetzelfde als een WK voetbal, ook al is de sport oer-Hollands. MH ging in gesprek met korfballer Olav van Wijngaarden (27) over het WK, de status van de sport en natuurlijk over de rol van krachttraining op zijn prestaties.

Wie denkt dat korfballers de kneusjes van de sportieve samenleving zijn, moet het volgens Olav eens proberen. “Mensen hebben soms vooroordelen over de sport. Maar als je eens een paar wedstrijden van het hoogste niveau ziet, weet ik zeker dat je mening verandert”, zegt de international. Zelf is hij levend bewijs van het feit dat korfbal geen C-sport is.

Olav kan als kind goed voetballen en wordt gescout door FC Dordrecht. “Maar ik had er geen plezier in. Mijn ouders en zus zaten op korfballen en zodoende ben ik daar ook terecht gekomen.” Hij blijkt minstens zo getalenteerd in die sport en komt op zijn 15e bij het Nederlands team terecht. “Ik werd gescout voor Jong Oranje en kwam bij mensen die allemaal 18, 19 jaar waren. Vanaf daar is het gaan lopen.”

Internationale stappen

Inmiddels heeft hij talloze internationale toernooien meegemaakt. Al ondervond hij daar wel waarom de sport niet zo groots belicht wordt in de nationale media: het niveau in veel andere landen is matig. . “Het WK is erg leuk, zo aan de andere kant van de wereld. Er doen veel landen mee, maar de weerstand is minder. Wij winnen veel wedstrijden makkelijk en met dikke score, maar uiteindelijk gaat het om de finale.” Waar de tegenstander op de vorige WK’s altijd België was, was het dit jaar gastland Taiwan. “In die wedstrijd moesten we nog wel even pieken.” Nederland won met de recentste editie elf van de laatste twaalf WK’s. In 1991 werd het voor het laatst door aan ander land gewonnen: België.

Ons kikkerlandje is de concurrentie dus ver vooruit op het gebied van korfbal. Hier zijn zo’n 80.000 sporters verdeeld over 450 clubs. “Het is een Nederlandse sport. Wij worden ook als enige betaald, hebben betere faciliteiten en veel meer leden”, legt Van Wijngaarden uit. Hij ziet dan ook een belangrijk rol van Nederland als pioniers van de sport. “We gaan naar landen als China en Taiwan. Daar zijn we bezig met promotie en dat werpt zijn vruchten af, al kost het wel tijd.” Tot nog toe zal hij dus genoegen moeten nemen met het moeiteloos winnen van WK’s. “Ik zie het liever anders. Hoe groter de uitdaging, hoe groter de vreugde.”

Ondanks dat de sport oer-Hollands is, komt de trots daarvoor niet per se naar voren in de publiciteit. Zo krijg je er ook moeilijk wat van mee. Wat de sport zo leuk maakt voor Olav? “Het is heel dynamisch. Je wisselt om de twee punten van aanval/verdediging. Je moet sterk zijn, inzicht hebben, snel zijn en goed kunnen samenwerken. Korfballers zijn heel all-round en daarom vaak goed in meerdere sporten.”

Het krachttraining-taboe

Vervolgens bespreken we de olifant in de kamer. Olav oogt totaal niet als een bastaardkindje van de Nederlandse sportwereld. Hij ziet eruit alsof hij speelt met een medicijnbal van 20 kilogram en zich bij ieder punt even tien keer optrekt aan de korf. “Ik vind krachtsport heel erg leuk, al heeft het wel eens tot discussie geleid binnen de sport. Nu begint het wat populairder te worden, maar een aantal jaar geleden was ik een van de weinigen die extra krachttraining deed.”

Daarbij hoorde de aloude discussie van krachtsport in de balsport. “Je moet niet te opgepompt worden en je atletisch vermogen verliezen. Ik ben ook altijd veel blijven rennen. Verder richt ik mij op de basis: bankdrukken, optrekken, squats, deadlifts en shoulder presses. Verder veel eiwitten en groenten eten.” Als topsporter werd Olav direct aan de tand gevoeld. “Ik stond altijd te boek als talent, maar kon niet zo goed schieten. Tegenstanders lieten me zelfs wel eens vrij. Dan moet je juist oefenen op schieten, niet per se sterker worden. Maar ik deed beide, zonder dat het ten koste ging van mijn schot.”

Uiteindelijk heeft hij naar eigen zeggen laten zien dat krachtsport en korfbal wel samen gaan. “Op mijn manier heb ik laten zien dat je er veel voordeel uit haalt. Ik sta voor en onder de korf, ben ook veel aan het worstelen om de bal. Dan helpt krachttraining wel. Met mijn club PKC zijn we de laatste vier jaar twee keer zaalkampioen geworden en ben ik ook eens speler van het jaar geweest.” Deel daarvan is te danken aan zijn fysieke gesteldheid. “Ik ben van 83 naar 98 kilo gegaan. Ik vind het leuk om te doen, al is het wel een uitdaging om niet door te slaan.”

Tot slot hoopt de topsporter dat zijn geliefde korfbal aan reputatie wint. “Als mensen het voor het eerst zien, zeggen ze vaak: ‘Ik wist niet dat het zo leuk was’. De sport moet groeien. Als je de zaalfinale kijkt in Ahoy, dat is het grootste indoor sportevenement van Nederland. Het is gewoon uitverkocht met duizenden mensen. Op Instagram-accounts van TeamNL Korfbal of van mij kun je bijvoorbeeld zien hoe korfbal gespeeld wordt en deel ik mijn manier van trainen.