Squashkampioen Piëdro (40) en zijn coach Kim (56) zijn topfit: ‘Eén van de intensiefste sporten’

Wist je dat de sport tegenwoordig van Olympisch niveau is?

Zie jij squash als het halfuurtje cardio na je training? Dan heb je het waarschijnlijk gemist: het NK Squash 2024, van 8 tot 11 februari. Daar vond weer een van de zekerheden van het leven plaats. Naast de dood, en het feit dat jouw kuiten te klein zijn, is Piëdro Schweertman steevast Nederlands Kampioen. MH sprak de champ en zijn trainer Kim van den Bosch over hun sport, de top halen en een leven lang fit zijn.

Het is al de achtste keer op rij dat Schweertman met goud in handen staat. Zelfs nu hij veertig jaar is, zit er nog geen rem op. ‘Dat ik er nog steeds bij hoor, dat vind ik heel leuk’, zegt de kampioen. ‘Elk jaar krijg ik de vraag hoe lang ik nog doorga. Maar zolang ik het leuk vind, en nog meekan, blijf ik het doen. Als ik de snelheid niet meer aankan, of het niet meer kan belopen, dan komt trots ook kijken. Moet ik dan nog wel willen spelen?’

Het leven voor NK Squash 2024

Voorlopig slaat Schweertman de jonkies nog van het kastje naar de muur. Iets wat hemzelf ook overkwam toen hij nog jong was. ‘Ik kon er niets van, en kwam uit Zeeland. Daar was ik een van de weinige jeugdspelers, dus ik speelde alleen maar met volwassenen.’ Zijn oudere tegenstanders hielden ellenlange rally’s aan de gang, Schweertman liep enthousiast achter iedere bal aan. Hij dacht tegenstand te bieden. ‘Maar toen ik later hetzelfde deed bij mindere spelers, dacht ik: oh ja… ze hielden me een beetje voor de gek. Zij het met de beste bedoelingen.’

Schweertman moest met fysieke arbeid het gebrek aan ervaring en spelinzicht compenseren. ‘Ik ben laat gestart. Als kind deed ik altijd judo. Mijn vader squashte, en omdat ik vaak op hem moest wachten sloeg ik wel eens een balletje. Op mijn veertiende koos ik ervoor om judo in te ruilen voor squash.’ Toch heeft die achterstand hem juist gevormd tot de winnaar van nu. ‘Ik moest keihard werken. Ook nu ik veertig ben vind ik het leuk om fysiek te trainen. Dat helpt mij ook meekomen met de jonkies, in combinatie met mijn huidige ervaring en tactisch inzicht.’

Opwerken tot kampioen

Zijn trainer Van den Bosch, die tot coach van het jaar werd verkozen, beaamt Schweertmans conditionele kracht: ‘Fysiek is Piëdro veruit de fitste van het land.’ De twee ontmoette elkaar ooit in de sporthal van Van den Bosch, vertelt Schweertman. ‘Een vriend van mij trainde bij Kim, maar hij stopte en ik ging door. Zo ben ik blijven hangen.’ Van den Bosch ziet op dat moment een ruwe diamant voor zich. ‘Hij is zo fit, iedereen vindt het vervelend om daartegen te spelen. Hij ging door waar anderen stopten. Toen was hij alleen nog niet slim genoeg op de baan…’

Vervolgens gaan de twee een langdurige samenwerking aan. ‘Inmiddels heeft hij alle tactische kennis tot zich genomen. Dat maakt hem compleet. Toen ik ging trainen, was hij nummer 25 van Nederland. Niemand dacht dat hij ooit de beste zou worden, behalve hij en ik’, vertelt Van den Bosch. Zijn protegé vult aan: ‘Kim is mijn beste vriend. Ik bleef ook vaak bij hem slapen rondom competitiewedstrijden. En nog steeds analyseren we wedstrijden en trainingen.’

Van den Bosch leerde Schweerman ook anders naar het spelletje te kijken. ‘Ik nam het vaak te serieus’, zegt de squashkampioen. ‘Kim is mijn beste trainer ooit. Hij leerde me juist om te genieten. Dan zei hij: ‘Het uitzicht halverwege de berg is ook prachtig.’ Het gaat ook om de reis ernaartoe. En het is vooral mooi als je dat samen kan doen.’ Ook zijn coach waardeert de samenwerking. ‘Je hebt ook een commitment naar elkaar. Als Piëdro vier keer wil trainen, traint hij vier keer’, vertelt hij. ‘En ieder jaar analyseren we zijn spel nog. Want hij kan nog steeds stappen maken, en dat wil hij ook nog steeds.’

Sport is alles

De coach weet wat ervoor nodig is, want hij behoorde ooit zelf ook tot de top van de sport. ‘Ik was nummer vijf van Nederland. Misschien kon ik nog derde worden, maar ik maakte de keuze mijn eigen squashcentrum te beginnen.’ Hij richtte onder meer “Samsam, het eerste sportcentrum voor kinderen op. Het coachen bleef hij altijd doen. ‘Ik had een moeilijke jeugd en thuis was weinig geld. Sporten was altijd een uitkomst voor mij. En toen ik ontdekte wat ik verdiende met squashles geven… voor mij was dat toen heel veel geld.’

Het is waarom hij andere kinderen graag een plek gaf om te ontdekken welke sport zij leuk vinden. ‘De basketbal-, voetbal- of tennisvelden waren ook aangepast naar kinderformaten. Het sociale contact en het zelfvertrouwen dat je uit sport haalt, is ongeëvenaard.’ Ook bij zijn squashtrainingen zijn kinderen welkom, en niet alleen potentiële kampioenen. ‘Ik vind recreanten trainen ook leuk. Je hebt de wet van verminderde weeropbrengst: beginners maken de meeste vooruitgang. Dat is erg mooi om te zien.’

Inmiddels is Piëdro zelf ook trainer. ‘Mijn seizoen loopt van september tot mei of april. Tussendoor geef ik zelf training. Mijn kennis en ervaring doorgeven, dat vind ik heel waardevol. Het is wat Kim mij ook heeft gegeven.’ Daarin blijft een belangrijke les hem altijd bij. ‘In de sport heb je altijd ego’s. Maar Kim liet mij ontdekken. Wilde ik bij iemand anders trainen? Dan liet hij mij gaan en zei hij: ‘dan praten we erover, misschien leer ik ook nog wat.’ Dat probeer ik ook over te geven aan mijn spelers.’

Olympisch squashen

Per slot van rekening kunnen de twee trainers hun pupillen sinds kort voorbereiden op een ultiem doel. De sport squash zal in het jaar 2028 namelijk (eindelijk) deel uitmaken van de Olympische Spelen in Los Angeles. Of Schweertman daar nog onderdeel van uitmaakt betwijfelt hij. Niet alleen nadert hij op dat moment zijn 45e (!) levensjaar, ook de constructie van kandidatuur is niet gunstig voor de Nederlandse squasher.

‘Ik hoop dat ik dan nog speel, maar het is lastig om met de Spelen mee te doen’, zegt hij. ‘Ik weet niet precies de criteria. Maar meestal zijn het spelers die op de tour spelen voor het Nederlandse Team.’ Daarmee is de Nederlands Kampioen vijf jaar geleden gestopt. ‘Het was een eer, maar je verdient er weinig mee. Dat heb ik ooit aangekaart, want de coaches en staf krijgen meer betaald. Toen gaf de bond ook aan voor jongere spelers te gaan.’ Schweertman kan niet ontkennen dat hij er anders over denkt. ‘Voor bijvoorbeeld het EK, wil je de sterkste spelers van het land hebben, maar dat is mijn visie.’

Op een gegeven moment besloot Schweertman om te stoppen met ‘tour-spelen’. Wat volgde was een opvallende constructie, die in squash mogelijk is. ‘Ik word ingehuurd door verschillende clubs in verschillende competities. Op mijn hoogtepunt speelde ik in zeven competities tegelijk. Nu speel ik nog in Duitsland, Nederland, België, Polen en Tsjechië.’ De topsporter manoeuvreert zich daardoor als een ZZP’er in zijn sport. ‘Ik vind het leuk. Er spelen allemaal profs, en jonge jongens, zo kan ik toch altijd aanvoelen waar ik ongeveer sta.’

Tips van de pro's

Tot slot hebben beide heren wat tips voor de recreatieve squashers die het spelletje erg leuk vinden. Van den Bosch: ‘Je hebt factoren als tempo, vaart, schijnbewegingen, vastheid, scherpte, T-positie, spelen onder druk en variatie. Die bepalen onder meer hoe goed je erin bent. Als je je bewust bent van die factoren en van wat er op de baan gebeurt, wordt het veel leuker.’ Schweertman: ‘Speel de bal bij je tegenstander vandaan. Of beter: onthoudt waar hij of zij de bal vandaan speelde, zodat je niet terugspeelt naar dezelfde hoek.’

Mocht je de sport toch liever gebruiken als het stukje cardio na het liften, dan zit je ook goed. ‘Squash is één van de gezondste sporten die er is’, zegt Van den Bosch. Die uitspraak baseert hij op een lijst van Forbes Magazine uit 2003, waar squash op basis van cardio, kracht, spieruithoudingsvermogen, verbrande calorieën in 30 minuten en blessuregevoeligheid het beste uit de bus kwam. Schweertman vindt dat het spelletje alle facetten bezit: ‘Je moet de conditie hebben van een bokser, de beweeglijkheid van een atleet, en denken als een schaker. Pas als je vooruit gaat denken, word je echt goed in het spel’, besluit hij.