Hoe ik mijn motivatie verloor: ‘Fitness voelde als die Tindermatch waar je wél indruk op wil maken’

Opeens weet je niet meer wat je moet zeggen, want niks voelt goed genoeg.

© Getty Images - Westend61

Hoe ik mijn motivatie verloor

Fitness is een van de fijnste manieren van sporten. Niet alleen is het ijzer parttime psycholoog, kun je geen wedstrijden verliezen en is de pomp een eeuwige beloning. Je kunt er ook nog eens de wetenschap op toepassen. Zo kun jij, bewust en bewezen, groeien. Dus, hoe meer je leert, des te leuker het wordt, zou je denken. Bij mij was juist het tegendeel waar. Mijn motivatie en toewijding bereikte juist een absoluut nulpunt. Herken je dit gevoel, of wil je het liever nooit meemaken? Lees met me mee.

Regelmatig denk ik nog terug aan mijn onwetende dagen als absolute beginner. Ik haalde mijn workouts overal vandaan. Arnold’s favoriete training? Kom maar door. Vreemde methodes uit het Oosten? Probeer ik. ‘Gigantische borst in 2 weken’? Verkocht! Verder herinner ik me vrienden die mij de baas waren met één vinger, omdat ik regelmatig verging van de spierpijn, en uiteindelijk die oh zo verslavende vooruitgang in de spiegel.

Filosofisch fitnessen

Natuurlijk wist ik dat er meer was. En ik was erop uit om alles te weten te komen. Voor ieder uur dat ik trainde, las ik er twee over training. Iedere bron, elk artikel, elke gozer die groter was dan ik. Overal viel een graantje mee te pikken en zo bleef ik mijn training finetunen. De kennis werd steeds specialistischer, dus moest mijn training dat ook worden. En dat was de kuil waar ik in viel.

De recentste kennisbron die ik met aandacht volgde, was N1, geleid door de fascinerende Kassem Hanson. Wiens wetenschappelijke benadering op weerstandstraining Einsteins E=mc2 evenaart. Ik leerde over verschillende weerstandsprofielcurven, verkorte of verlengde biases, bewegen volgens de lijn van de spiervezels. Wie wist dat je lats liefst drie divisies hebben – thoracaal (boven), lumbaal (midden), iliacaal (onder) – en dat je met nuanceverschillen de nadruk kan leggen op de één of de ander? Zo heb je trainen, en optimaal trainen. Je raadt waar ik voor ging.

Veel bomen, geen bos

En met die mentaliteit overcompliceerde ik mijn training. Begrijp me niet verkeerd. Ik vond het heerlijk, dat complexe. Ik koos mijn oefeningen zo dat ik ieder deel van de lats vermorzelde, mijn spieren zo trainde dat ze soms in verlengde positie het hardst werkte, en soms in verkorte. Ik stopte met supersets – bijvoorbeeld: eerst een set rug, dan een set borst – want dat kost energie en efficiëntie die je voor spiergroei wil gebruiken. Hetzelfde met de bent over row (weinig stabiliteit voor optimale kracht-output) en de deadlift (slechte 'stimulus to fatigue-ratio'). Sommige oefeningen kostte meer set-up dan daadwerkelijk liften. Terwijl ik de weggestreepte oefeningen juist altijd zo leuk vond.

Verschillende schema’s werden geschreven, herdacht en aangepast. Hoeveel sets, hoe ver in de buurt van spierfalen, en had ik nou nog één, of twee reps kunnen doen?
Telkens kwam de conclusie: niks is goed genoeg. Als gevolg kreeg ik een ongemakkelijke relatie met training. Fitness werd voor mij die ene Tindermatch waar je wél echt indruk op wil maken. En opeens weet je niet meer wat je moet zeggen. Je begint aan een zin, wijzigt één of twee woorden, en vervolgens blijf je gefrustreerd op backspace drukken, ook al is de zin al lang verdwenen. Alsof je via je telefoon de herinnering dat je ooit op die openingszin gekomen bent, wil verwijderen. Zo verloor ik dus mijn motivatie voor fitness.

Maar, zoals we doen in het leven en de gym: we liften, vallen, analyseren en herpakken. En ook ik kwam er weer bovenop. Hoe? Dat lees je hier in het vervolg.


Volg je Men's Health al op Facebook en Instagram?