Laten we beginnen met zeggen dat een vetpercentagemeting op een daarvoor bestemde weegschaal niet de meest nauwkeurige manier is om je progressie te meten. Een huidplooimeting, DEXA-scan of hydrostatische drukmeting scoort iets hoger, maar een autopsie is als enige écht accuraat.

Toch is het zuur als je eerst het loodje moet leggen om je vetpercentage te meten; dus dan kun je maar beter roeien met de riemen die je hebt. De meeste sportscholen hebben namelijk wel zo'n blitse weegschaal waarmee je een lichaamsanalyse kunt doen. Daarom zijn hier een paar tips om je metingen zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijk te maken.

Mag je eten en drinken?

Een vetpercentagemeting op een weegschaal gebeurt via een elektronisch signaal dat door je lichaam wordt gestuurd. Vet heeft een andere weerstand dan vocht, waardoor de weegschaal kan meten hoeveel vet en vocht je lichaam bevat. Meer weerstand staat hierbij synoniem voor meer vet. Je spieren bevatten veel vocht, en worden dan ook aan deze eigenschap herkend. Daarom is het belangrijk om goed gehydrateerd te zijn als je je vetpercentage wil meten. Als je dat niet doet wordt spiermassa dikwijls niet herkend, wat ervoor kan zorgen dat het apparaat zelfs 5 kilo minder droge spiermassa meet, en je vetpercentage onterecht hoog lijkt. Veel mensen hebben een voorkeur voor een meting in de ochtend, mede omdat je dan nog niet hebt gegeten. Voedsel kan er namelijk ook voor zorgen dat je vetpercentage-meting behoorlijk afwijkt — tot wel 8.8 procent, aldus onderzoek. Maar als je net wakker bent, is je lichaam uitgedroogd na een lange nacht slapen. Fabrikanten adviseren om pas ruim na het opstaan je eerste meting de doen, zodat je goed kunt hydrateren, en minstens drie uur tussen je laatste maaltijd en vetpercentagemeting te houden.

Mag je van tevoren sporten?

Doordat je tijdens het sporten veel vocht verlies droog je een beetje uit. Voor je lijf geen probleem, maar het maakt je meting wel minder accuraat. Zo kan één lange hardloopsessie je meting totaal verknoeien, omdat je minder weegt en je lichaam uitgedroogd is door het zweten. Ook je zweet op zich heeft invloed op de geleiding van het elektrische signaal, wat je meting kan verstoren (dit geldt trouwens ook voor natte voeten na het douchen). Daarom is het verstandig om pas ruim na je sportsessie te meten; maar vooraf is natuurlijk nog beter.

Kleding en hygiëne

Tot slot is het aan te raden om je sokken (en het liefst zo veel mogelijk andere kleding) uit te trekken voordat je gaat meten. Nylon en andere stoffen verstoren het geleidingsvermogen van de weegschaal. Datzelfde geldt ook voor eelt aan je voeten en viezigheid op de weegschaal. Een schone doek over de weegschaal halen, is daarom zeker aan te raden. Schone voeten is vanzelfsprekend ook een vereiste.

Wat is het beste moment voor een vetpercentagemeting?

Alle bovenstaande factoren in acht nemend, blijft het beste moment om te meten waarschijnlijk toch 's morgens vóór het ontbijt. Drink na het opstaan direct een groot glas water en wacht daarna een uur voordat je ontbijt zodat je lichaam kan hydrateren. Houd het bij water, en drink zeker geen koffie. De cafeïne die hierin zit heeft namelijk een directe negatieve invloed op de meting. Ga voor het wegen naar het toilet, meet je vetpercentage en ontbijt daarna. Zo minimaliseer je de invloed van externe factoren, maar onthoudt dat zulke weegschalen alsnog een ontzettend grote foutmarge hebben. Zorg er in ieder geval voor dat je altijd op hetzelfde moment van de dag meet. Zelfs als je metingen an sich niet heel accuraat zijn, ben je dan wél in staat om bepaalde trends te herkennen.

Volg je Men's Health al op Facebook en Instagram?