De zomer is in aantocht en jij wil aan je conditie werken. Hardlopen it is. De formule is niet lastig: je gaat de straat op, rent een paar blokjes om en na een half uur kom je hijgend maar voldaan thuis. Let wel even op het volgende wanneer je volgende keer de deur uit gaat. Heb je wat aan.
"Je paslengte kan invloed hebben op je hardloopprestaties, maar is niet iets waar je veel mee moet rommelen", zeggen hardloopexpert Ian Hunter en Olympisch atleet Jared Ward. Volgens hun onderzoek is het veel beter om je paslengte zo natuurlijk mogelijk te houden, ongeacht of je een ervaren atleet bent of niet. Doe je dat niet, dan loop je het risico om meer energie te verspillen dan nodig.
Nature knows best
Om deze theorie te testen, onderzochten de mannen een grote groep hardlopers met verschillende paslengtes. Sporters die tijdens het onderzoek een andere paslengte gebruikten dan normaal, verspilden hiermee aanzienlijk meer energie dan degenen die precies zo liepen als hun lichaam dat van nature wilde. Hetzelfde geldt volgens het duo overigens voor professionele hardlopers, ook die moeten voorzichtig zijn met aanpassingen als zij zo efficiënt mogelijk willen lopen.
“Veel mensen pleiten voor verschillende ‘optimale’ lichaamshoudingen, maar dit onderzoek wijst uit dat je beter niet anders kunt lopen dan je van nature zou doen,” zegt Ward. “Geniet van het rennen en maak je minder zorgen over hoe dingen eruitzien.” Dit is belangrijk om te weten, aangezien veel hardlopers tijdens looptraining technieken aangeleerd krijgen met als doel langer te kunnen lopen. Die tips kunnen, zo blijkt nu, wellicht tegenstrijdige effecten hebben. “Maak je geen zorgen over je paslengte,” zegt Hunter, docent bewegingswetenschappen bij het BYU. “Laat je houding zoals die is en verspil niet onnodig veel energie aan nieuwe paslengtes aanleren.”
Uiteraard hebben we het hier alleen over de paslengte en is een juiste lichaamshouding natuurlijk wél iets waar je, indien nodig, aan kunt sleutelen. Rennen met een kromme rug is voor niemand goed.
